Van culminerende zandsuppleties naar duurzame oplossingen
            Stappen naar klimaatbestendigheid
            Tal van zaken wijzen op versnelde klimaatverandering. 
            
            De zee stijgt en Nederland daalt. Wanneer we niets doen, zijn de gevolgen 
            enorm. 
            Zo veroorzaakt de relatieve zeespiegelstijging een sterk toenemende 
            verzilting van laag Nederland. 
            De Oosterscheldekering, de Haringvlietsluizen en de Maeslantkering 
            kunnen één meter zeespiegelstijging niet aan en algehele vervanging 
            lijkt onbetaalbaar. Laaglandrivieren stijgen met het zeeniveau mee, 
            waardoor bruggen, gemalen, sluizen, dijken e.d. aangepast moeten worden. 
            Na 2150 zal spuien nauwelijks mogelijk zijn en dient heel Nederland 
            bemaald te worden. Met dit alles en meer komt de waterveiligheid sterk 
            onder druk te staan.
            De vraag naar defensieve maatregelen is groot.
Deltaprogramma slaagt niet in haar missie
            We moeten op een grotere schaal gaan denken. Indien 
            we in deze eeuw beneden de zeespiegel willen blijven wonen en we laag 
            Nederland niet gaan evacueren, dan is er spoedig een overkoepelende 
            visie met effectieve maatregelen nodig. Het adaptieve beleid van het 
            huidige Deltaprogramma schiet hiervoor schromelijk tekort. 
            Het Deltafonds behoort een Deltaprogramma te financieren dat de gevolgen 
            van klimaatverandering het hoofd kan bieden en primair zorgt voor 
            duurzame waterveiligheid en zoetwatervoorziening. 
Golfdempers maken zandsuppletie overbodig
          Zandsuppletie geeft geen duurzame kustbescherming. 
          Met erosie als ‘motor’ voor verspreiding van het gedeponeerde zand leidt 
          dit tot culminerende suppleties. 
          Los zand, door de mens aangebracht, zal de natuur verwijderen. Wat de 
          natuur zelf brengt is blijvend. 
          Een methode waarbij het zand door de natuur wordt aangevoerd is gewenst. 
          
          Stimulatie van de natuurlijke aanwas van de kust en minimalisatie van 
          kusterosie worden mogelijk met drijvende golfdempers. Golfdempers reduceren 
          de golfhoogte en de eroderende kracht van de golven.
Golfdempers 
          reduceren golfhoogten
          
Lagere golven brengen zand naar de kust. Golfdempers 
          maken bovendien dat bij dieper water, als gevolg van zeespiegelstijging, 
          een steilere vooroever geen moeilijkheden oplevert. 
          Deze methode van dynamisch kustbeheer is in het waterlaboratorium van 
          de TU-Delft succesvol getest (Burgers en van Engelen) en blijkt aanzienlijk 
          goedkoper dan suppleties. Verankerde, centraal bediende, golfdempers 
          kunnen het zand vasthouden, vrij laten passeren of de kust laten groeien.
          
        
Een gesloten kustlijn is noodzaak
          Een binnendringende zee met haar zeegaten vormt de grootste 
          bedreiging voor Nederland en veroorzaakte talloze watersnoodrampen. 
          
          Herstel van een korte kustlijn werd ingezet door de Zuiderzeewerken 
          en de Deltawerken, maar is nog altijd niet voltooid. De tijd lijkt er 
          nu rijp voor.

Suggesties voor een gesloten kustlijn zijn gedaan in 
          het oorspronkelijke Deltaplan van Rijkswaterstaat en deze planvorming 
          is recent weer opgepakt door de Stichting Gesloten Kustlijn. 
          Het terugbrengen van Nederland naar twee primaire dijkringen is onder 
          meer voorgesteld door Bureau Beaufort. 
          Het streven naar een gesloten of afsluitbare kustlijn verdient alle 
          prioriteit. Het ‘waterschap’ Nederland is pas beheerbaar met een complete 
          ‘dijkring’. 
Het is van wezenlijk belang dat nieuwe ontwerpen gebruik maken van natuurkrachten. Een kustlijn die zoveel als mogelijk bestaat uit natuurlijk gevormde duinenrijen en een kustfundament waarbij sprake is van natuurlijke zandaanwas past geheel in de trend van Building with Nature.
Integrale aanpak geeft samenhang
          Bij water hangt alles met alles samen. 
          Een integrale aanpak is voor alle planvorming te prefereren. 
          Illustratief is het toekomstbeeld van zuidwest Nederland voor de middellange 
          termijn van de Adviesgroep Borm & Huijgens. 
          Deze adviesgroep benadrukt niet alleen de noodzaak van sluizen voor 
          de Nieuwe Waterweg (Plan Spaargaren) en de aanleg van een Westerscheldedam 
          (F. Koch, R. van Vliet, Borm & Huijgens), maar ook het tegengaan 
          van verzilting, het uitbreiden van de zoetwatervoorraden en vergroting 
          van de noodbergingscapaciteit. 

          
Verder doet ze het voorstel om, naast migratierivieren, 
          ook een estuarium te realiseren en het rivierwater te laten meanderen 
          in de voormalige zeegaten of hiervoor in de huidige Voordelta de stroomroute 
          te verlengen. 
          Dergelijke projecten dienen naadloos aan te sluiten bij een nog samen 
          te stellen landelijke visie voor de lange termijn.
Een visie voor de lange termijn is onmisbaar
            Een drastische totaaloplossing is om voor de kust een 
            drietal bekkens te maken (R. van den Haak), waarvan het peil op het 
            huidige zeeniveau blijft gehandhaafd. 
            Alleen al de aanleg voor het Zuidbekken vergroot de noodberging aanzienlijk 
            en maakt dat onze rivieren hun huidige peil zullen kunnen behouden, 
            met behoud van bestaande infrastructuur. Met een volledige Haakse 
            Zeedijk met drie bekkens zijn zowel de zoetwaterproblemen als de verzilting 
            definitief opgelost. 
          Zo scheppen we ook een rivieroverloopbassin dat in de toekomst een ongekend 
          stormniveau aan kan, dat wellicht door de huidige Deltawateren niet 
          meer opgevangen kan worden.


In tal van varianten is de Haakse Zeedijk op integrale 
          wijze ingevuld en berekend. Voordat het tot een definitief besluit en 
          inrichting zou komen, inclusief de daarbij behorende studies, zal dit 
          project op zijn vroegst in 2060 compleet kunnen zijn. 
          Door de zeedijk uiteindelijk tot Gothenborg door te trekken, zouden, 
          over enkele eeuwen met een 6 tot 8 m stijging van het zeeniveau, de 
          problemen van de landen rondom de Oostzee en het Kattegat opgelost kunnen 
          worden. 
          Laten we voorlopig maar eerst een eeuw vooruit plannen, met een doorkijk 
          naar de zeer lange termijn.
Behoefte aan één kennisinstituut voor landelijk 
          waterbeleid
            Wat zijn de kosten van de hier genoemde en andere relevante 
            planvorming, nu en in de toekomst bij verder stijgend zeeniveau? Welke 
            varianten en combinaties zijn te prefereren?
Er is behoefte aan één kennisinstituut, bestaande uit wetenschappers en vakmensen, dat op basis van vergelijkend onderzoek op verantwoorde wijze komt tot een stappenplan naar een klimaatbestendig land. Tal van zaken, zoals het onderhoud en aanpassen van infrastructuur, de invloed op de diverse economische sectoren, de duurzaamheid van maatregelen, haalbaarheid en samenhang dienen hierin meegewogen te worden.
De tijd van afwachten is voorbij. Een defensief waterbeleid vraagt om vooruit verdedigen.
Rob van den Haak, ing., mei 2017
          
Rob van den Haak, ing. S & W haakdijk@xs4all.nl
            • HTS Scheepsbouw, 1952
            • HTS Werktuigbouw, 1955
            • Theoretische medewerker bij Leen Smit Sleepdienst
            • Inspecteur nieuwbouw bij de Stevin Groep 
            • Chef Technische Dienst bij Bagger fa. Breejen van de Bout 
            • Oprichter Vryhof Anchors 1970, sinds 1983 toonaangevend op ankergebied 
            voor de offshore 
            • 150 patenten