
        Wordt de Oosterschelde de levensader van de grote rivieren? Foto: 
          C. Huijgens
        
          De Deltawerken zijn niet sluitend
          Bij het Deltaplan heeft men nagelaten om ook de Westerschelde 
          en de Nieuwe Waterweg aan te pakken. Men heeft het niet aangedurfd om 
          de machtige havensteden Antwerpen en Rotterdam achter zeesluizen te 
          situeren. Het kwam wellicht niet eens ter sprake. Intussen 
          is deze vergissing door de tijd ingehaald. 
          Antwerpen is een havenstad op een Middeleeuwse locatie, die eeuwenlang 
          achter de ketting heeft gelegen. Met de gegraven havens ten westen van 
          de stad kan ze zich intussen meten met een wereldhaven als Rotterdam. 
          Rotterdam is echter zodanig geëvolueerd dat het zwaartepunt steeds meer 
          buitengaats is komen te liggen aan de Maasvlakte. Niet Rotterdam zelf, 
          maar de Europoort wordt belangrijker.
          In België verschuift vergelijkbaar het accent deels naar Zeebrugge.
        Het diep uitbaggeren van de Westerschelde betekent niet 
          alleen blijvende hoge kosten en afkalving van oevers (zandhonger). Ook 
          de ontstane trechtervorm veroorzaakt een torenhoge getijdeslag in de 
          smalle Schelde bij Antwerpen. En daar moet een open Hedwigepolder de 
          pleister op de wonde worden?
          Bij de Nieuwe Waterweg is het zout nog nauwelijks tegen te houden. Het 
          merendeel van het zoete water wordt hier ingezet om zoutindringing tegen 
          te gaan. Geen ander land verspilt in verhouding zoveel zoet water.
          Voor een handjevol zeereuzen, dat ook aan de zeezijde zou kunnen aanmeren, 
          worden zowel de Westerschelde als de Nieuwe Waterweg extreem diep uitgebaggerd. 
          Dit is een prestigezaak, geen economische afweging. 
        Zowel de Westerschelde als de Nieuwe Waterweg dienen 
          zo spoedig mogelijk afgesloten te worden. Dat brengt dan wel aanzienlijke 
          kosten met zich mee, maar wat heeft het voor zin om deze onontkoombare 
          investeringen alsmaar vooruit te schuiven? Het in stand houden van deze 
          open verbindingen is onverantwoord in het licht van de waterveiligheid.
          
          Foute keuzes en lapmiddelen
          De ecologische consequenties van de jarenlange patstelling 
          vragen om natuurcompensatie langs de Schelde en maatregelen tegen verzilting 
          bij de Nieuwe Waterweg. Allerlei lapmiddelen worden aangedragen om natuur 
          te compenseren en zoutindringing te temperen.
          Door het nodeloos uitdiepen van de Westerschelde gaat natuur verloren 
          en wordt er te pas en te onpas voorgesteld om te ontpolderen en zo de 
          Europese Commissie tevreden te stellen. 
          De soap rondom de Hedwigepolder begint menigeen de keel uit te hangen. 
          
          Daarnaast rammelt het Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta ook 
          nog eens aan alle kanten.
          Hoe lang laten we ons nog voor de gek houden? 
        Doeltreffend handelen
          Wanneer vindt de omschakeling plaats van al die zogenaamde 
          innovatieve toekomstvisies naar doeltreffende ingrepen? Wordt het niet 
          eens tijd voor een totaalplan voor de hele Zuidwestelijke Delta, inclusief 
          de Westerschelde? Een plan waarbij de huidige kustlijn nog eens aanzienlijk 
          wordt verkort door afsluiting van Westerschelde en Nieuwe Waterweg. 
          Dan kan de Westerschelde als vanouds weer verbonden worden met de Oosterschelde. 
          De Scharrrezee, een doorsteek door Goeree, mag opnieuw Haringvliet en 
          Grevelingen verbinden en zo maken alle voormalige zeegaten plots deel 
          uit van een gezond estuarium dat via de Stormvloedkering in open verbinding 
          staat met zee. 
          De locatie Oosterschelde wordt opnieuw de poort naar de rivieren, één 
          gezamenlijke monding van Rijn, Maas en Schelde. Het Helinium herleeft 
          in een eigentijdse vorm. Dat is mogelijk als we de afsluiting van Westerschelde 
          en Nieuwe Waterweg weer toevoegen aan het oude Deltaplan.
        
        Het Helinium, begin jaartelling. De stippellijnen tonen de huidige 
          begrenzing. Bron: K. Leenders
        Alles in een keer goed
          Behoud van polders en ruime landaanwinning ter compensatie 
          van landverlies door projecten, een korte primaire zeewering, een volledig 
          gezond estuarium dat bij nood geheel afsluitbaar is met de stormvloedkering, 
          behoud en toename van zoetwatervoorraden, een einde aan het grootschalige 
          zoetwaterverlies, het landelijk tegengaan van verzilting, een getijloze 
          Rijn-Schelde Corridor en noem maar op maken dit voor de toekomst de 
          meest voor de hand liggende oplossing. 
          Nog belangrijker dan al deze grote voordelen is dat hierdoor de waterveiligheid 
          voor Antwerpen en het Rijnmondgebied wordt gegarandeerd. De Lage Landen 
          worden hiermee klimaatbestendig.
          Bij een dergelijke inrichting is vismigratie weer mogelijk en voldoen 
          we meer dan gevraagd aan de Europese natuurdoelstellingen. Extreme afvoeren 
          van één rivier, laag of hoog, worden afgezwakt doordat de gehele delta 
          gedeeld wordt met de overige grote rivieren. Een maximale noodberging 
          in alle deltawateren in combinatie met extra spuimogelijkheden maakt 
          verder dat deze inrichting eveneens berekend is op piekafvoeren vanuit 
          de rivieren.
        Blijven we nog jaren doormodderen of kiezen we voor 
          een toekomstbestendig totaalplan, waarbij we, voortbouwend op de aanwezige 
          infrastructuur, de Deltawerken compleet maken en geheel laten voldoen 
          aan de eisen voor waterveiligheid, zoetwatervoorziening, economie en 
          ecologie.
          
          De keuze lijkt niet zo moeilijk.
        
          Adviesgroep Borm & Huijgens – integraal waterbeheer - april 2012