Kansen voor estuariene dynamiek
Het Nationaal Waterplan kiest voor estuariene 
            dynamiek als belangrijkste ecologische doelstelling. Kan een Nationaal 
            Deltaprogramma 2015-2100 dit realiseren en zijn de lopende projecten 
            voor de Zuidwestelijke Delta hier al op gericht?
            Deze analyse geeft aan dat realisatie mogelijk is, hoe beperkt de 
            keuzemogelijkheden zijn en schetst de randvoorwaarden. 
          
Het veranderend estuarium
            Estuaria, brede rivieruitmondingen in zee, zijn kenmerkend 
            voor de Lage Landen. De Zuidwestelijke Delta veranderde echter door 
            de Deltawerken in een verzameling van door dammen van elkaar gescheiden 
            bekkens. Alleen de Westerschelde bleef open. Door deze compartimentering 
            kreeg ieder deltawater haar aandachtspunten van zorg, zoals eutrofiëring, 
            zuurstofloosheid, milieuwisselingen en zandhonger. Oevers en schorren 
            gingen eroderen, platen en slikken verdwenen. Op diverse plaatsen 
            is sprake van een harde milieuovergang. Dammen en sluizen vormen er 
            barrières voor migrerende organismen. Het gebrek aan ruimtelijke samenhang 
            tussen de bekkens leidde tot ecologische en economische problemen. 
            
            De Deltawerken waren puur gericht op waterveiligheid. Inmiddels heeft 
            er een kentering in denken plaatsgevonden gericht op integraal waterbeheer, 
            waarbij het veiligheidsaspect primair aanwezig blijft. Een zoete doorstroom 
            kan de huidige stilstaande, zieltogende deltameren weer tot leven 
            brengen.
Estuaria vormen een overgang tussen rivieren en zee. 
            Een geleidelijke overgang van zoet naar zout is een randvoorwaarde 
            voor verbetering van de migratiemogelijkheden en de verhoging van 
            de natuurkwaliteit. Dit is alleen mogelijk door het verbinden van 
            de grote wateren met zowel de Noordzee en als met de rivieren, waarna 
            de rivieren weer vrijelijk kunnen afstromen. 
             
Bruinvissen bezoeken estuaria vanwege 
        de visrijkdom, die hier floreert door voedselaanbod en milieuovergangen. 
        - Foto: C. Huijgens
        
        
        De Griekse letter delta is het wiskundig symbool 
        voor verandering. Delta’s zijn steeds onderhevig aan verandering. Niets 
        blijft hetzelfde onder invloed van estuariene dynamiek. De delta zoals 
        wij die kennen is slechts een momentopname. Het is een illusie te denken 
        dat de oude delta, de situatie zoals voor de Deltawerken, kan worden hersteld. 
        Plannen om het Land van Saeftinghe af te plaggen, om geulen in hun ´oorspronkelijke´ 
        loop uit te graven, om verdwenen zoetwatergetijdengebieden te herstellen, 
        om zeldzame pioniersvegetaties te behouden en ook de instandhoudingsdoelen 
        van Natura 2000 zijn doorgaans strijdig met de voortgaande natuurlijke 
        processen.
        Herstel van estuariene dynamiek klinkt dan ook vreemd in de oren. Zodra 
        estuariene dynamiek weer een kans krijgt, zullen de processen verder gaan. 
        Van natuurbehoud en natuurherstel is in een delta nauwelijks sprake. De 
        morfologische processen dient men vervolgens grotendeels aan de natuur 
        zelf over te laten. Deze hebben een positief effect op de biodiversiteit, 
        het ecologisch systeem, de waterkwaliteit en de economie. Aanpassing van 
        de Natura 2000 doelen aan estuariene dynamiek is dan ook gewenst.
De keuze voor estuariene dynamiek 
        Estuariene dynamiek is op de lange termijn de meest natuurlijke 
        en duurzame oplossingsrichting.
        Het Nationaal Waterplan kiest dan ook voor estuariene dynamiek. Dit vanwege 
        de zeldzaamheid van dit milieu, de unieke locatie van de delta en de sleutelpositie 
        tussen zee en rivieren. Estuariene dynamiek ontstaat door een open verbinding 
        van de zee met de rivieren. Deze verbetert de kwaliteit van de delta en 
        de stroomgebieden van Rijn en Maas en geeft een enorme impuls aan de West-Europese 
        natuur. 
        Hoe indrukwekkend het resultaat ook moge zijn, men mag de dijken niet 
        doorsteken en half Nederland onder water zetten. Maar kan estuariene dynamiek 
        wel de ruimte krijgen zonder afbreuk te doen aan de waterveiligheid die 
        de Deltawerken ons bieden? De vraag is inmiddels nog veeleisender: Kan 
        in samengaan met estuariene dynamiek de waterveiligheid ten opzichte van 
        de huidige situatie sterk worden verbeterd? Zeespiegelstijging en veranderend 
        riviergedrag vragen immers om ingrijpende maatregelen. De estuariene dynamiek 
        dient samen te gaan met de eisen voor waterveiligheid, zoals een korte 
        lengte aan primaire zeewering, maximale noodberging en spuimogelijkheden. 
         
Blokkade door regionale planvorming
        Het besef dat de estuariene dynamiek moet terugkeren is 
        inmiddels algemeen aanvaard. Toch worden door regionale planvorming blokkades 
        opgeworpen. Het experiment de Kier is het langst lopende voorbeeld. Vanwege 
        de wisselende rivierafvoer, de zeespiegelstijging en het behoud van het 
        Haringvliet als zoetwatervoorraad, zal deze maatregel vanaf het begin 
        disfunctioneren en uiteindelijk verdwijnen. Een verzilting van het Volkerak-Zoommeer 
        betekent niet alleen dat deze zoetwatervoorraad verdwijnt, maar er ontstaat 
        tevens een harde grens tussen zout en zoet. Hierdoor moeten de Volkeraksluizen 
        voor altijd gehandhaafd blijven om verzilting van het Haringvliet te voorkomen. 
        Daarentegen maakt doorstroming met zoet water van het Volkerak-Zoommeer 
        wel een open verbinding met het Hollandsch Diep mogelijk. Zowel het milieu 
        als de scheepvaart hebben veel baat bij een getijloze en zoete Rijn-Schelde 
        corridor, zonder Volkeraksluizen.
        Plannen waarbij de Oosterschelde en de Grevelingen als gescheiden en eenzijdig 
        geopende zee-inhammen worden ingericht, sluiten bij voorbaat het merendeel 
        van de deltawateren uit van estuariene dynamiek. 
        Elk van de hier genoemde planvorming is in beginsel bedoeld als een eerste 
        stap in de richting van estuariene dynamiek, maar biedt geen uitzicht 
        op een vervolgstap. Bij nadere beschouwing blijken de plannen tegengesteld 
        aan de vermeende doelstelling. Het uitvoeringsprogramma voor de korte 
        termijn opgaven, behoort dan ook gewijzigd en afgestemd te worden op het 
        plan van aanpak voor de lange termijn. 
Alle beschikbare ruimte is nodig
        Een delta is groots. Voor een geleidelijke overgang van 
        zout naar zoet is lengte en ruimte nodig. De voortgang van morfologische 
        processen in de komende eeuwen vraagt nog eens om extra reservering van 
        ruimte. Ook de waterveiligheid claimt ruimte. Hoe groter de tijdelijke 
        waterberging voor rivierwater, des te hoger de veiligheid. Een maximale 
        waterberging kan voorkomen dat het bedreigende rivierwater bij hoge afvoeren 
        niet ophoopt in Haringvliet, Hollandsch Diep en Biesbosch. Daarnaast is 
        er de steeds sterker wisselende rivierafvoer. Hoe blijft het mogelijk 
        om onder alle omstandigheden een aanvaardbare stabiele estuariene dynamiek 
        te behouden? De marges zijn klein en dat beperkt de keuzemogelijkheden.
Om zowel de toenemende rivieropwaartse invloed van de zee terug te dringen en tevens een blijvende estuariene dynamiek mogelijk te maken is een lange stroomroute voor het rivierwater naar zee noodzakelijk. Hiervoor bestaan twee mogelijkheden: het rivierwater laten meanderen in de bestaande deltawateren en de route verlengen met een lagune in zee.

        Inrichtingsvoorstel Zuidwestelijke 
        Delta, Adviesgroep Borm & Huijgens 
        
        Middels een brede doorsteek bij de kop van 
        Goeree kan het rivierwater via een grote S-bocht door de Grevelingen en 
        de Oosterschelde naar zee stromen. Zo wordt het stroomtraject aanzienlijk 
        verlengd. Hierdoor kan de estuariene dynamiek volledig terugkeren. Voorwaarde 
        is allereerst dat het jaarrond de zoetwateraanvoer is gegarandeerd en 
        dat kan alleen met de aanleg van zeesluizen voor de Nieuwe Waterweg. Oppervlakteverkleining 
        met dammen van zowel de Grevelingen als de Oosterschelde is nodig om te 
        sterke doorstoming van de stormvloedkering te voorkomen. Het ontstane 
        estuarium fungeert als kraamkamer voor vis en verhoogt de productie van 
        schelpdieren. Dit in combinatie met het behoud van de zoetwatervoorraden 
        van het Haringvliet en het Volkerak-Zoommeer en de aanleg van nieuwe zoetwatervoorraden 
        in de oostelijke Oosterschelde en de westelijke Grevelingen. Bij wisselende 
        afvoeren kunnen onder meer de Haringvlietsluizen regulerend werken ten 
        gunste van ecologie en veiligheid. Op het overzichtskaartje is de reguliere 
        stroming in blauw aangegeven en met rood de noodafvoer bij extreem hoge 
        rivierafvoeren. De noodberging omvat hierbij alle deltawateren, behalve 
        de Westerschelde.
De vraag naar een integraal en nationaal programma
        “Een bestuurlijke verkenning door het VU Athena Instituut 
        bracht aan het licht dat bestaande initiatieven die gericht zijn op het 
        (gedeeltelijke) herstel van de estuariene dynamiek, zoals het programma 
        ‘Delta in Zicht’ en pilots rond het Volkerak-Zoommeer, onvoldoende van 
        de grond komen omdat zij een nationale context missen over zoet- en zoutwaterbeheer. 
        Het procesdeel van het concept is primair bedoeld om een impuls te geven 
        aan het afstemmen van locale initiatieven met het regionale en landelijke 
        beleid. Voorgesteld wordt om een integraal en nationaal georiënteerd programma 
        in te richten dat zich richt op de interactie tussen zoet en zout water(beheer), 
        waarbij betrokken partijen samenwerken en waardoor de regionale visies 
        en lokale projecten commitment, sturing en een meerjarenperspectief krijgen.” 
        (bron: InnovatieNetwerk, Werkprogramma 2009)
Het streven is dat de Zuidwestelijke Delta zich op termijn 
        ontwikkelt tot een natuurlijk veerkrachtig watersysteem, dat tevens extreme 
        waterstanden weet op te vangen. De herinrichting van de zuidwestelijke 
        delta speelt een cruciale rol bij de landelijke waterveiligheid en het 
        ecologisch herstel van de internationale stroomgebieden. Dit overschrijdt 
        in hoge mate het aandachtsgebied van de betreffende regionale stuurgroep. 
        
        Nadere invulling is gewenst. Er is een grote behoefte aan een integrale 
        visie op de zoetwaterverdeling van heel Nederland ter ondersteuning en 
        sturing van de regionale projecten. De korte termijn maatregelen en de 
        lange termijn visie kunnen niet los van elkaar worden gezien.
        Adviesgroep Borm & Huijgens - maart 2010
      
Summary Development of estuarien dynamism On the long term the most important environmental goal for the 
              National Delta Program 2015-2100 is the return of a joint estuary 
              of the major rivers. Sea level rise and change of river behaviour 
              ask for drastic measures. There are requirements for water safety, 
              including a short length of primary seawall, sufficient emergency 
              storage and outlet capabilities. The locations where space conditions 
              still provide opportunities for large-scale fresh-salt transitions, 
              without destroying existing infrastructure, are rare. The most fitted 
              location is the Southwest Delta.  | 
          Samenvatting Herstel van estuariene dynamiek Het herstel en ontwikkeling van een gezamenlijke monding van de 
              grote rivieren is op de lange termijn de belangrijkste ecologische 
              doelstelling voor het Nationaal Deltaprogramma 2015-2100.  Door de Deltawerken veranderde de Zuidwestelijke Delta in een verzameling 
              van door dammen van elkaar gescheiden bekkens. Het gebrek aan ruimtelijke 
              samenhang tussen de bekkens leidde tot ecologische en economische 
              problemen.   |