Zorg om kwaliteitsverlies
Zoals de pers al diverse malen berichtte, is
er in de Zuiderklip met Europese subsidies een geul gegraven. Men
is van plan de dijken die de polder beschermen spoedig door te steken,
waarna het verontreinigde rivierwater binnen kan stromen.
De achterliggende gedachte is dat bij hoog water een betere en snellere
afvoer zal plaatsvinden van het rivierwater. Over het nut hiervan
zijn de meningen verdeeld.
René van Gils speurend naar vogels in de Biesbosch. - Foto:
C. Huijgens
Maar laten we eerst eens kijken naar de voorheen aanwezige
waarde van de polder.
Als we de kwaliteit beoordelen kijken we naar planten- en diersoorten
die eisen stellen aan hun leefomgeving. Je zoekt naar zeldzame soorten
die een toegevoegde waarde hebben voor het Nationale Park.
De polders Turfzakken herbergden voorheen vele moeras- en watervogels.
Het gebiedseigen water, gevoed door regen en kwel, vormde vanwege
de vele waterorganismen voor deze vogels een rijke voedselbron.
Eigen observaties en tellingen en die van anderen, geven aan dat dit
gebied, voordat het graafwerk startte, belangrijk was voor o.a. de
grote en kleine zilverreiger, de lepelaar, zomer- en wintertaling.
Dit zijn vogels van de Rode Lijst, zeldzame soorten die extra bescherming
verdienen. Ook broedden er rietvogels als rietzanger, rietgors, waterral
en karekiet. Aangezien zoetwatermoerassen in Nederland schaars zijn,
is dit een voor de hand liggende keuze als over de toekomst van het
gebied nagedacht wordt.
Het feit dat men bij de graafwerkzaamheden vele grote modderkruipers
heeft gevonden, bevestigt dat er sprake was van een biotoop dat alleen
kon bestaan dankzij de goede waterkwaliteit binnen de dijken.
Problemen buitendijks
Wat het buitendijkse watermilieu betreft wordt
de Biesbosch in het PlanMER Beheerplan Rijkswateren 2010-2015 van
1 augustus 2008 vernoemd als Sense of Urgency: Gebieden waar de waterkwaliteit
snel moet worden aangepakt. Dit begrip wordt toegekend indien binnen
10 jaar mogelijk onherstelbare schade ontstaat (met betrekking tot
waterconditie of beheer).
Met deze geconstateerde milieukwaliteit neemt het project Zuiderklip
onnodige risico´s in het hart van het Vogel- en Habitatrichtlijngebied
en Nationaal Park De Biesbosch.
Aan het bestemmingsplan is goedkeuring onthouden en voor het project
is nog altijd geen milieueffectrapport (MER) gemaakt en de Habitattoets
is niet op de juiste wijze uitgevoerd.
Niet voor niets hebben de West-Brabantse Vogelwerkgroep en de plaatselijke
vereniging Madese Natuurvrienden hun bedenkingen geuit bij het huidige
project.
Kerngebied
De Zuiderklip kan de natuurkern worden, die
elk Nationaal Park nodig heeft. In potentie zou het de locatie kunnen
zijn waar weer roerdompen, grote karekieten, zwarte sterns en lepelaars
gaan broeden. Als het beleid en beheer daarop gericht wordt, kan het
gebied een reservoirfunctie vervullen voor de omgeving op momenten
dat er elders bedreigingen of verlies van populaties ontstaan..
Het is voor natuurkenners duidelijk dat de buitendijkse gebieden van
de Biesbosch veel minder natuurwaarde hebben. Langs de Amer en in
de kreken zien we vogels die we in elk stadspark tegenkomen.
Gele
kwikstaart - Foto: Cor Huijgens
Binnendijkse kansen
Kleine binnendijkse natuurpolders, zoals De
Noorderplaat, De Kindem en de Lange Plaat, met dezelfde condities
als gesloten Zuiderklippolders, zijn rijk aan natuur. De Zuiderklip
is vele malen groter. Voor een heuse natuurkern hoeft hier niet veel
meer te gebeuren. Een goede beheersing van het waterpeil en waterkwaliteit
en een beheer gericht op ontwikkeling van rietvelden en moerassen.
De graafmachines mogen verdwijnen. Voorwaarde is wel dat de dijken
dicht blijven en de doorsteek aan de westzijde gesloten wordt.
De verantwoordelijken voor het Nationaal Park dienen te streven naar
een beleid dat gericht is op duurzaamheid en kwaliteit voor een gevarieerd
en rijk leven. Dan pas maakt de Biesbosch haar status als Nationaal
Park waar!
René van Gils
Contactpersoon Vogelbescherming Nederland