De Flevodelta
Een toekomst voor het Markermeer
22 oktober 2012 WATERFORUM DISCUSSIEFORUM
Voor een vitaal natuurgebied is een juiste balans tussen ruimte en water cruciaal. In het recente verleden is er geregeld ruimte geclaimd voor natuurgebieden met beperkte ontwikkelingsmogelijkheden en kwamen grote afgesloten wateren in de milieuproblemen. Bij de inrichting van IJssel, IJmeer, Markermeer en IJsselmeer is dan ook uiterste zorgvuldigheid geboden om tot een succesvol resultaat te komen.
De Marker Wadden, een initiatief van Natuurmonumenten voor de inrichting van een deel van het huidige Markermeer, wordt gesponsord door de Nationale Postcode Loterij en is een van de vele suggesties voor inrichting van de nooit gerealiseerde Markerwaard. Op 27 september gaf ook de Werkmaatschappij Markermeer–IJmeer (WMIJ) diverse inrichtingssuggesties in het rapport 'Een toekomstbestendig Markermeer-IJmeer'. De projectvoorstellen zijn er onder meer op gericht om op de korte termijn en tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten de neergang van de natuurwaarden van het Markermeer om te buigen in natuurherstel.
Aansluiting bij de rivierafvoer
Samenhang en procescontinuïteit bepalen bij veel waterrijke gebieden
in hoge mate de milieukwaliteit, de biodiversiteit en de duurzaamheid.
Men kan dus niet zomaar wat inrichten. Voor het Markermeer is een
toekomstige inrichting van een omdijkt ´wetland´ dan ook af te raden.
Beter is aansluiting bij een meanderende rivierafvoer die uitmondt
in een IJsselmeer met een open verbinding met de Waddenzee.
Zoetwatergaranties
Zodra er in het kader van het Deltaprogramma een oplossing komt voor
de grootschalige verspilling van het zoete water via de Nieuwe Waterweg,
stroomt een overschot aan zoet water rijkelijk naar de Zuidwestelijke
Delta en het IJsselmeer.
Peilopzet in het IJsselmeer als voorraadvorming wordt dan overbodig,
vanwege de gegarandeerde aanvoer van zoet water via de IJssel.
Dit maakt de ontwikkeling van een vitale rivierdelta mogelijk. Een
Flevodelta vraagt niet veel meer dan een deel van het oppervlak van
het Markermeer aan de zijde van de Houtribdijk. Doorstroming zorgt
er voor verversing en aanvoer van nutriënten.
Open verbindingen
Voor ecologische samenhang is het voorwaarde dat het water vanaf het
huidige IJmeer tot aan de Waddenzee vrijwel het gehele jaar in open
verbinding staat.
Een aansluitend inrichtingsvoorstel rondom de Afsluitdijk, waarbij
trekvissen de rivieren opnieuw kunnen bereiken, vindt u in het artikel
“Nieuwe natuur versterkt Afsluitdijk”.
Dit voorstel inspireerde diverse betrokken organisaties begin 2012
tot de presentatie van een ‘light versie’ in de vorm van de Vispassage
Afsluitdijk.
Effectieve doorstroming
Om zoveel mogelijk wateroppervlak te laten doorstromen, stellen we
voor om, door middel van een dam vanaf het Ketelmeer naar de Houtribdijk,
het IJsselwater langs de Oostvaardersdijk in zuidwestelijke richting
te leiden. Dit traject kan uitgediept tevens de vaargeul Amsterdam-Lemmer
worden. Ook trekvissen kunnen via deze route de IJssel bereiken. Het
rivierwater mag dan bij Almere naar het noorden stromen om vervolgens
door de nieuwe delta af te vloeien naar het IJsselmeer.
Langs het eerstgenoemde traject kan in de nabije toekomst eveneens
het rivierwater naar de lage delen van Holland worden geleid voor
zoetwaterinname. Zo blijven de stroomrichtingen van het rivierwater
en in het IJsselmeer onveranderlijk. Deze continuïteit garandeert
milieustabiliteit.
Waar we steeds de nadruk op leggen,
is evenwicht tussen ruimte en water. Doorstroming moet enigszins in
verhouding staan met de doorsnede van een water om het milieu gezond
te houden of te maken.
De weidsheid, waar nog veel waarde aan wordt gehecht, mag wat ons
betreft gedeeltelijk plaats maken voor diversiteit.
Een glas-in-lood raam is nog lang niet stuk als er een ruitje breekt,
maar één groot raam is bij beschadiging meteen geheel aan vervanging
toe.
Een divers gebied kan veel beter tegen een stootje.
De problemen in de randmeren van de Flevopolder met
overmatige groei van waterplanten vragen om een oplossing. Een betrekkelijk
snel realiseerbare oplossing lijkt de doorstroming van de randmeren
met IJsselwater. Dat kan met een sluis aan het einde van het Ketelmeer
en open verbindingen tussen de randmeren. Op die manier komt het rivierwater
vanzelf in het IJmeer en stroomt vervolgens door het Markermeer naar
het IJsselmeer. Zo snijdt het mes van twee kanten en kan er in de
toekomst voortgebouwd (Markerwadden, e.a.) worden op dit concept.
Dan komt onderstaande schets uit 2011 er net even iets anders uit
te zien.
Schets van een kansrijk toekomstbeeld. Doorvoer
van rivierwater en zoetwateraanvoer (zwarte pijlen), verbindingswegen
(rode pijlen), vaargeulen langs Marken en langs de Oostvaardersdijk.
Doorvoer van IJsselwater door randmeren is eveneens mogelijk.
Centraal: mogelijke eilandpolders en vervolgens de Flevodelta met
doorlaatbare Houtribdijk.
Rivierwateraaanvoer van IJssel naar IJmeer via de randmeren van de Flevopolder is wellicht nog kansrijker (zie onder):
Houtribdijk als doorlaatdijk
Vanaf het huidige IJmeer kan het rivierwater zich splitsen tussen
nog nader te bepalen deelgebieden, waarna meanderende geulen uitmonden
in het IJsselmeer via openingen in de Houtribdijk. Het Markermeer
verandert zo in een kraamkamer en verbindingsgebied voor vissen van
de rivieren, het IJsselmeer en de zee.
Aan beide zijden versterken meegroeiende klimaatbuffers de `doorlaatdijk´
en kunnen natuurlijke processen eeuwenlang voortgaan.
Op weg naar diversiteit
Sinds de aanleg van de Houtribdijk in 1976 is de ecologische toestand
van het Markermeer fors achteruitgegaan.
Zoals de Vereniging Vrienden van de Markerwaard voorstaat in haar
uitgave `MarkerMeer Meer waard`, pleiten ook wij voor een duurzame
en multifunctionele inrichting. De 700 km² eentonige, troebele en
ondiepe watervlakte dient plaats te maken voor diversiteit, voor een
geleidelijk veranderend en rijk geschakeerd landschap. Open verbindingen
maken dat gebruiksfuncties als zoetwatervoorziening, scheepvaart,
recreatie, wonen, landbouw, windenergieparken en natuur kunnen meeliften.
Een deltalandschap. Foto: C. Huijgens
De eerste aanzet tot een Flevodelta
De plannen van Natuurmonumenten en de WMIJ zijn slechts een eerste
aanzet om op de korte termijn tot een aanzienlijke kwaliteitsverbetering
te komen. Doorstroming met rivierwater hangt vervolgens samen met
het nog nader uit te werken Deltaprogramma.
Pas als er een definitieve beslissing wordt genomen over onder meer
de afsluiting van de Nieuwe Waterweg, komen er blijvende garanties
voor optimale integratie binnen het rivierensysteem. Vanaf dat moment
kunnen planvorming en inrichting zich verder evolueren in de richting
van een Flevodelta.
W. Borm
Adviesgroep Borm & Huijgens – integraal waterbeheer
oktober 2012
Herzien april 2013