Door kustlijnverkorting gered
In het begin van de jaartelling lag er van Vlaanderen tot aan de Eems een uitgestrekt veengebied, het ‘Land van de Friezen’. Buitensporige exploitatie voor turf- en zoutwinning, inpoldering en ontwatering brachten dit land beneden de zeespiegel. Door de gevolgen van het menselijk handelen zag het er zo’n honderd jaar geleden naar uit dat Nederland de eeuwigdurende strijd tegen het water zou gaan verliezen. Met de alom aanwezige dreiging van de zich steeds dieper inschurende zeegaten werd het pompen of verzuipen. Zowel de Zuiderzeevloed als de Watersnoodramp maakten achtereenvolgens duidelijk dat onmiddellijk actie geboden was.
Het ‘Waterschap Nederland’ greep doelgericht in met kustlijnverkorting. De Zuiderzee werd in 1932 gedicht en later volgden Grevelingen en Haringvliet. De Oosterschelde werd afsluitbaar en beheersbaar. Op de kaart van Nederland zijn de resten van de oude zeegaten nog altijd duidelijk zichtbaar. De Westerschelde bleef alsnog open. Met de huidige overstromingskans van het Scheldebekken van 1/70 per jaar (bron: prof. drs. ir. J. K. Vrijling) wordt het compleet maken van de kustlijnverkorting wel zeer urgent.

Verkeerde aannames en loze plannen
Natura 2000 omschrijft de Westerschelde als een uniek estuarium. Een estuarium is echter een getijrivier die uitmondt in zee en waar stroomopwaarts het getij langzaam uitdooft. De invloed van de rivier varieert in de Westerschelde van ca. 1% bij de Belgische grens ter hoogte van de Hedwigepolder tot enkele promillen aan de monding. Dit betekent dat de zee er voor vrijwel de volle 100% regeert.
De Westerschelde is een zeegat en geen estuarium.
De getijrivier de Schelde mondt nabij Antwerpen uit in zee en dat is een zeer zorgelijke situatie. De huidige omstandigheden van de Westerschelde, met de ruime trechtermond, het te grote oppervlak en de uitgediepte vaargeul, veroorzaken extreem hoog getij van Antwerpen tot Rupelmonde. Het ontpolderen van de Hedwige en andere polders is niets anders dan nog meer ruimte geven aan de zee. De extra komberging van de Hedwigepolder biedt geen soelaas voor de veiligheid van Antwerpen. Door de verdiepingen bereikt het getij Antwerpen sneller en verschuift de opslingering van het getij verder stroomopwaarts. Het zijn de wensen van de haven van Antwerpen, die veiligheidsproblemen veroorzaken en met name bovenstrooms Antwerpen.

Het Deltaprogramma en de natuurbescherminginstanties verenigd in de Coalitie Delta Natuurlijk streven voor de overige Zuidwestelijke Delta naar een estuarium, maar komen niet met reële plannen om dit te verwezenlijken. Ze halen zout en getij binnen, zonder dat er sprake is van een toekomstperspectief naar een permanente verbinding tussen de zee en de rivieren Maas en Rijn.



Een estuarium met verlengde stroomroute naar zee. Pijlen: trekvisroute stroomopwaarts.

Het aantal zinloze ontpolderingen neemt inmiddels groteske vormen aan.
“Wrong is wrong, even if everybody is wrong about it.” (G.K. Chesterton).
Dat geldt eveneens in hoge mate voor de plannen rond het Volkerak-Zoommeer en de aangekondigde deltabeslissingen op Prinsjesdag.
Loze plannen frustreren een doelgerichte aanpak.

Pleidooi voor een gerichte aanpak
Een estuarium is alleen verantwoord met een verlenging van de route naar zee, waardoor de zoutgrens opschuift en de zee relatief verder weg komt te liggen.
Zo’n estuarium is te combineren met een integrale noodberging die moeiteloos hoge afvoeren zoals in ’93 en ’95 verwerkt. Dergelijke hoge afvoeren zullen immers de komende jaren steeds vaker voorkomen. Een zoete en getijloze Rijn-Schelde verbinding blijft daarbij gehandhaafd, evenals de zoetwatervoorraad van het Haringvliet. Voorwaarde is wel dat we niet langer 80% van het rivierwater via de Nieuwe Waterweg in zee verliezen, maar dat we dit ‘Lek van Holland’ dichten.

Vergelijk van de kwetsbare en beperkte noodberging Volkerak-Zoommeer (rood) en een integrale Deltaberging met Grevelingen en Oosterschelde (blauw). Met een Westerscheldedam kan deze berging nog aangevuld worden met het oppervlak van de Westerschelde.

Eerst de landelijke ringdijk op orde
Keringen en sluizen voor de Westerschelde en de Nieuwe Waterweg vormen een voortgaande stap naar een duurzaam Nederland. Overal ter wereld kampen dichtbevolkte delta’s met klimaatverandering en zeespiegelstijging. Onze ligging, voor meer dan voor de helft beneden de zeespiegel, is het meest ongunstig.
De ringdijk van ons grootste waterschap moet gesloten kunnen worden.
Projecten die zout en zee verder binnenhalen werken nu eenmaal averechts.
Stop dan ook met het zinloos verzilten!

W. Borm

Adviesgroep Borm & Huijgens - integraal waterbeheer april 2014
www.adviesgroepbormenhuijgens.nl