Maak de Deltawerken compleet!

De Adviesgroep Borm & Huijgens heeft jarenlang de planvorming naar een klimaatbestendig Nederland gevolgd. Vanuit historisch perspectief geeft de adviesgroep in dit artikel aan waar het fout ging en pleit voor doeltreffende maatregelen om de Deltawerken ‘compleet’ te maken.

Van Hollandveen naar eilandpolders
In het begin van onze jaartelling bedekte het Hollandveen heel Laag Nederland. De grote rivieren stoomden door het veen en eindigden met een gezamenlijke monding in zee. Deze lag op de locatie van de huidige Oosterschelde en werd door de Romeinen het Helinium genoemd. Het was de plaats waar het zoete water van de grote rivieren zich met het zoute water mengde onder invloed van het getij; het natuurlijke estuarium van de Lage Landen.
In de loop der eeuwen vrat de zeewolf hier enorme gaten in het landschap, verdween het veen en volgden vele overstromingen met als bekendste de St. Elizabethsvloeden. Maar de mens ging in de tegenaanval met landaanwinning. Waar eens het Hollandveen lag, liggen nu landbouwpolders.
Deze lage polders bleken kwetsbaar. Pas na de Watersnoodramp van 1953 besloot men om door afsluiting van zeegaten te komen tot een korte en veilige primaire zeewering. Het inmiddels uitgevoerde Deltaplan is echter allesbehalve compleet.

Wordt de Oosterschelde de levensader van de grote rivieren? Foto: C. Huijgens


De Deltawerken zijn niet sluitend
Bij het Deltaplan heeft men nagelaten om ook de Westerschelde en de Nieuwe Waterweg aan te pakken. Men heeft het niet aangedurfd om de machtige havensteden Antwerpen en Rotterdam achter zeesluizen te situeren. Het kwam wellicht niet eens ter sprake. Intussen is deze vergissing door de tijd ingehaald.
Antwerpen is een havenstad op een Middeleeuwse locatie, die eeuwenlang achter de ketting heeft gelegen. Met de gegraven havens ten westen van de stad kan ze zich intussen meten met een wereldhaven als Rotterdam. Rotterdam is echter zodanig geëvolueerd dat het zwaartepunt steeds meer buitengaats is komen te liggen aan de Maasvlakte. Niet Rotterdam zelf, maar de Europoort wordt belangrijker.
In België verschuift vergelijkbaar het accent deels naar Zeebrugge.

Het diep uitbaggeren van de Westerschelde betekent niet alleen blijvende hoge kosten en afkalving van oevers (zandhonger). Ook de ontstane trechtervorm veroorzaakt een torenhoge getijdeslag in de smalle Schelde bij Antwerpen. En daar moet een open Hedwigepolder de pleister op de wonde worden?
Bij de Nieuwe Waterweg is het zout nog nauwelijks tegen te houden. Het merendeel van het zoete water wordt hier ingezet om zoutindringing tegen te gaan. Geen ander land verspilt in verhouding zoveel zoet water.
Voor een handjevol zeereuzen, dat ook aan de zeezijde zou kunnen aanmeren, worden zowel de Westerschelde als de Nieuwe Waterweg extreem diep uitgebaggerd. Dit is een prestigezaak, geen economische afweging.

Zowel de Westerschelde als de Nieuwe Waterweg dienen zo spoedig mogelijk afgesloten te worden. Dat brengt dan wel aanzienlijke kosten met zich mee, maar wat heeft het voor zin om deze onontkoombare investeringen alsmaar vooruit te schuiven? Het in stand houden van deze open verbindingen is onverantwoord in het licht van de waterveiligheid.

Foute keuzes en lapmiddelen
De ecologische consequenties van de jarenlange patstelling vragen om natuurcompensatie langs de Schelde en maatregelen tegen verzilting bij de Nieuwe Waterweg. Allerlei lapmiddelen worden aangedragen om natuur te compenseren en zoutindringing te temperen.
Door het nodeloos uitdiepen van de Westerschelde gaat natuur verloren en wordt er te pas en te onpas voorgesteld om te ontpolderen en zo de Europese Commissie tevreden te stellen.
De soap rondom de Hedwigepolder begint menigeen de keel uit te hangen.
Daarnaast rammelt het Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta ook nog eens aan alle kanten.
Hoe lang laten we ons nog voor de gek houden?

Doeltreffend handelen
Wanneer vindt de omschakeling plaats van al die zogenaamde innovatieve toekomstvisies naar doeltreffende ingrepen? Wordt het niet eens tijd voor een totaalplan voor de hele Zuidwestelijke Delta, inclusief de Westerschelde? Een plan waarbij de huidige kustlijn nog eens aanzienlijk wordt verkort door afsluiting van Westerschelde en Nieuwe Waterweg. Dan kan de Westerschelde als vanouds weer verbonden worden met de Oosterschelde. De Scharrrezee, een doorsteek door Goeree, mag opnieuw Haringvliet en Grevelingen verbinden en zo maken alle voormalige zeegaten plots deel uit van een gezond estuarium dat via de Stormvloedkering in open verbinding staat met zee.
De locatie Oosterschelde wordt opnieuw de poort naar de rivieren, één gezamenlijke monding van Rijn, Maas en Schelde. Het Helinium herleeft in een eigentijdse vorm. Dat is mogelijk als we de afsluiting van Westerschelde en Nieuwe Waterweg weer toevoegen aan het oude Deltaplan.

Het Helinium, begin jaartelling. De stippellijnen tonen de huidige begrenzing. Bron: K. Leenders

Alles in een keer goed
Behoud van polders en ruime landaanwinning ter compensatie van landverlies door projecten, een korte primaire zeewering, een volledig gezond estuarium dat bij nood geheel afsluitbaar is met de stormvloedkering, behoud en toename van zoetwatervoorraden, een einde aan het grootschalige zoetwaterverlies, het landelijk tegengaan van verzilting, een getijloze Rijn-Schelde Corridor en noem maar op maken dit voor de toekomst de meest voor de hand liggende oplossing.
Nog belangrijker dan al deze grote voordelen is dat hierdoor de waterveiligheid voor Antwerpen en het Rijnmondgebied wordt gegarandeerd. De Lage Landen worden hiermee klimaatbestendig.
Bij een dergelijke inrichting is vismigratie weer mogelijk en voldoen we meer dan gevraagd aan de Europese natuurdoelstellingen. Extreme afvoeren van één rivier, laag of hoog, worden afgezwakt doordat de gehele delta gedeeld wordt met de overige grote rivieren. Een maximale noodberging in alle deltawateren in combinatie met extra spuimogelijkheden maakt verder dat deze inrichting eveneens berekend is op piekafvoeren vanuit de rivieren.

Blijven we nog jaren doormodderen of kiezen we voor een toekomstbestendig totaalplan, waarbij we, voortbouwend op de aanwezige infrastructuur, de Deltawerken compleet maken en geheel laten voldoen aan de eisen voor waterveiligheid, zoetwatervoorziening, economie en ecologie.

De keuze lijkt niet zo moeilijk.


Adviesgroep Borm & Huijgens – integraal waterbeheer - april 2012