Intro

Onze oplossing ligt bij een inrichting óm de Afsluitdijk, bij een inrichting die gefaseerd aangelegd kan worden en die ook deels vanuit natuurbeschermingsgelden bekostigd mag worden. Bij deze inrichting blijft de Afsluitdijk in principe behouden zoals die is. De kosten die hiermee bespaard worden zouden eveneens ingezet kunnen worden voor deze meer natuurlijke oplossing.
Wanneer de spuicapaciteit van de dijk wordt vergroot met enkele nieuwe spuilocaties, kunnen die alvast maar liggen op de plaatsen zoals aangegeven.
Wellicht hoeft de Afsluitdijk niet eens meer een overslagbestendige dijk te worden als een voordijk (een strandwal met duinen, kwelders en strekdammen in de Waddenzee) het watergeweld tempert.
"Harde waterkeringen worden ook steeds vaker gecombineerd met natuurlijke buffers als kwelders en moerassen. Voordat de hoge golven de dijk bereiken, is hun kracht door deze levende barrières al gebroken. Bovendien krijgt de regio er een waardevol natuurgebied bij." (Citaat van Jaco de Boer uit "Levende zeeweringen als bescherming tegen overstromingen", Change Magazine, december 2010 )


De staatssecretaris en het kabinet kunnen alsnog de keuze maken voor maatregelen die tevens een eerste stap zijn naar een integraal toekomstbeeld op de lange termijn.


Adviesgroep Borm & Huijgens - juni 2011

Aanvulling 2022

Doordat er foute keuzes zijn gemaakt bij de aanbesteding van het versterken van de Afsluitdijk, lopen de kosten op en gaat de realisatie langer duren.

Nieuwe natuur versterkt Afsluitdijk

Met de uitgave `Afsluitdijk natuurlijk veilig´ hielden betrokken natuur- en milieuorganisaties eind 2010 een gezamenlijk pleidooi om de Afsluitdijk in te richten als een natuurlijke klimaatbuffer met vrije doortrek van vissen.

In onderstaand artikel wordt uiteengezet dat hiervoor serieuze mogelijkheden zijn. Door aanvullende maatregelen in de vorm van ‘nieuwe natuur’, kan de huidige dijk zelfs blijven zoals hij is. De Afsluitdijk als icoon en monument blijft dan behouden. Behoud geeft aanzienlijke voordelen: Geen jarenlange afsluiting, geen kapitaalvernietiging van infrastructuur en kunstwerken.

De Adviesgroep Borm & Huijgens heeft de mogelijkheden nader uitgewerkt voor een inrichting, die niet alleen voldoet aan de veiligheidsnormen, maar eveneens een wezenlijke bijdrage levert aan de Europese afspraken ter verbetering van vismigratie en ecologische kwaliteit van de grote rivieren.


Scheiding tussen de wateren als probleem
De Zuiderzee kon ontstaan, doordat de waterwolf zich eeuwenlang steeds verder door onze noordelijke kustlijn vrat. Uiteindelijk werd pas in 1932 de opening gesloten. De Afsluitdijk maakte een einde aan de immer voortgaande uitholling en verzilting van de Lage Landen. Vanaf dat moment is er weer sprake van een doorlopende kustlijn. Veiligheid boven alles.
De Afsluitdijk vormt nu een harde onnatuurlijke grens tussen het zoete IJsselmeer en de zoute Waddenzee. Ze is een barrière voor vismigratie, scheidt twee ecosystemen en geeft een scherpe scheiding tussen zout en zoet. Het gebrek aan migratiemogelijkheden voor vis en andere organismen heeft negatieve effecten op de visstand in zee- en binnenwater. Door het direct spuien in zee bij eb, berokkenen grote zoetwaterbellen schade aan de waddennatuur.

Zoetwatervoorraden en tijdelijke rivierwateropvang
Het behoud van de zoetwatervoorraden van het IJsselmeer en in de Zuidwestelijke Delta stelt de toekomstige zoetwatervoorziening veilig. Daarnaast behoren beide regio´s bij hoge rivierafvoeren het teveel aan water tijdelijk te kunnen bergen, totdat lozing in zee weer mogelijk is. In de Zeeuwse Delta, waar het meeste rivierwater heengaat, kan de waterberging aanzienlijk worden vergroot. Slechts 15 procent van het water stroomt naar het noorden en wordt opgevangen door een tijdelijke verhoging van het IJsselmeerpeil.
Beide functies, voorraadvorming en berging van zoet water, dienen in de planvorming te worden meegenomen.

Pleidooi voor ecologische verbinding van Waddenzee met IJsselmeer
Het ecologische verlies, dat ontstond door de noodzakelijke aanleg van de Afsluitdijk, kan deels ongedaan gemaakt worden met een permanent open verbinding van de Waddenzee met het IJsselmeer. Het acclimatiseren van trekvis vereist een geleidelijke zoet-zout gradiënt. Om te kunnen overleven is voor kenmerkende soorten een uitgestrekte overgang van belang. Naast vismigratie bevordert het onder meer vergroting van de biodiversiteit, het ontwikkelen van specifieke levensgemeenschappen en de toename van de lokale soortenrijkdom. Tal van organismen zullen profiteren van de beschutte oevers van de corridors. Ook paaiplaatsen voor vis en het creëren van broedgelegenheid voor kust- en moerasvogels vormen een verrijking van de biotopen rond de Afsluitdijk.
Door de omstandigheden voor kwelderaanwas aan de zeezijde gunstig te maken, kan de kuststrook zich op meer natuurlijke wijze herstellen. Kortom, de voorkeur ligt bij een robuuste inrichting voor de lange termijn, met overgangsgradiënten aan weerszijden van de dijk.


Inrichtingsvoorstel
We gaan uit van het handhaven van de huidige Afsluitdijk.
Elke fase van het inrichtingsplan uit 2008 draagt als geheel bij aan veiligheid en milieu. Op de afbeelding is het eindresultaat voor de lange termijn weergegeven.

De gefaseerde realisatie begint in het westen aan de zeezijde:

Een lagere voordijk aan de zeezijde, met platen, kwelders, golfbrekers, kribben en wallen, zorgt ervoor dat de Afsluitdijk in de luwte komt te liggen.

 De Afsluitdijk is vervolgens aan te passen als een overslagbestendige dijk en voldoet hiermee aan de veiligheidsnormen.

 Een lagere natuurdijk aan de zijde van het IJsselmeer scheidt de brakwaterzone van het zoete water. Ze zorgt achter de Afsluitdijk voor de opvang en afvoer van zilte overslag, opwaaiing en zoute kwel.

 Een maximale lengte van de overgangszone van zout naar zoet garandeert dat het IJsselmeer zoet blijft. Deze ontstaat door tweemaal de lengte van de Afsluitdijk te benutten en tevens het Kornwerderdiep af te schermen.

 Met afwisselende kribben gaat het water in de afvoerlus meanderen, waardoor de af te leggen weg naar de Waddenzee nog eens aanzienlijk wordt vergroot en de stroomsnelheid afneemt. Dit alles geeft een geringe peilverhoging van de zoetwatervoorraad in het IJsselmeer.

 Wellicht zijn de huidige spuisluizen bij Den Oever aan de Hollandse zijde in de route op te nemen en valt te onderzoeken hoe ze regulerend kunnen worden ingezet tijdens de aanleg, na realisatie en bij enige zeespiegelstijging.

 Bij hoge rivierafvoeren kan voor peilverlaging de spuisluis aan de Friese zijde extra worden ingezet om meteen in de monding te lozen.

 Momenteel raken trekvissen gedesoriënteerd door het grote zoete stilstaande water van het IJsselmeer en vinden daardoor meestal de sluizen niet eens. Het rivierwater is via een smallere route vanaf de IJssel, langs Friesland en om de Afsluitdijk naar de Waddenzee te leiden. Een waarneembare stroming van de IJssel naar zee wordt dan voor de trekvis de routewijzer.

Grijze zeehond - Foto: C. Huijgens

Strekdammen en golfbrekers bevorderen de aanwas aan de zeezijde. Zo ontstaat tegen de voordijk een kering die meegroeit met de zeespiegelstijging en die als een natuurlijke klimaatbuffer de Afsluitdijk voor stormschade behoedt. De omsloten Afsluitdijk is bovendien aan beide zijden beschermd tegen kruiend ijs.

Het estuariene gebied, dat rondom de Afsluitdijk ontstaat, biedt vele mogelijkheden voor natuurgerichte recreatie. De overgangsgradiënten van zout naar zoet, de hoogteverschillen, de variatie in bodems, de gebruikte bouwmaterialen, de immer aanwezige dynamiek, de aangroei van de kust en de poortfunctie van de inrichting vormen de basis voor een ongekende natuurlijke rijkdom. De recreatie- en beroepsvaart blijft gebruik maken van de bestaande schutsluizen.

Meegroeien met de lange termijn
De hier gepresenteerde inrichting is er op voorbereid dat de zeespiegel kan gaan stijgen en dat op termijn het water van het IJsselmeer niet meer onder een natuurlijk verval kan wegstromen. Dan is er wellicht geen sprake meer van een open verbinding en pompen gemalen de zoute kwel en zilte overslag, over de gehele lengte opgevangen achter de natuurdijk, weer naar buiten. De kosten van het uitslaan van water zullen leiden tot een bewuste beperking van wateraanvoer vanuit de IJssel. Misschien wordt eerst een periode gedeeltelijk en uiteindelijk geheel uitgemalen. Het is ook afhankelijk van de kosten die een verdere stijging van het peil van het IJsselmeer met zich meebrengt. Berekeningen en bijsturing aan de hand van het tempo van klimaatverandering zijn gewenst.
Op de locaties waar de meanderende route naar zee de beide flanken van de Afsluitdijk raakt, kunnen met het oog op de toekomst brede vispassages gerealiseerd worden. De mogelijkheden hiervoor zouden nu al onderzocht en toegepast mogen worden.

Samenvatting
Voor de compleetheid van stroomgebieden is een grootschalig herstel van zoet-zout overgangen met een geleidelijke estuariene gradiënt van belang. De mogelijkheden voor een blijvende en permanent open verbinding met zee liggen vooral in de Zuidwestelijke Delta.
Een meegroeiende bescherming om de Afsluitdijk, het behoud van de zoetwatervoorraad, het creëren van vispassages met brakwaterzones en een algehele toename van de natuurwaarden en biodiversiteit zijn samen ruimschoots de moeite waard.
De Raad voor de Wadden heeft gepleit voor een vergroting van het areaal jonge kwelder en voor zoet-zout overgangen en brakwaterzones op brede kwelders langs de vastelandskust.
Bovenstaand voorstel voldoet ruimschoots aan dit pleidooi.

Adviesgroep Borm & Huijgens – integraal waterbeheer, april 2011

Bronnen:

Adviescommissie Nijpels (2008), Toekomst Afsluitdijk, Rijkswaterstaat, Provincies Friesland en Noord-Holland

Raad voor de Wadden (2008), Zoet-zout: Kansen voor herstel zoet-zoutovergangen in het Waddengebied, 2008/02.

Borm W. en C. Huijgens (2009), De herijking van de landelijke zoetwaterverdeling,
H2O nr. 25/26 2009.

Borm W. en C. Huijgens (2009), Planvorming voor estuariene dynamiek,
Adviesgroep B & H

Rooijendijk C. (2009), Waterwolven, de geschiedenis van de Hollandse waterbouw.

Näring M. (2009). Het herstel van zoet-zout overgangen rondom het Waddenzeegebied.
IVEM Publications – University of Groningen.

Schetsschuit Afsluitdijk (2010), Samenvatting conclusies 17 november 2010.

Raad voor de Wadden (2010), Briefadvies Afsluitdijk vanuit Waddenperspectief, 2010/04


Afsluitdijk natuurlijk veilig (2010), Waddenvereniging, It Fryske Gea, IJsselmeervereniging, Landschap Noord-Holland, Het Flevo-landschap, Stichting Verantwoord Beheer IJsselmeergebied, Stichting Wad, Vogelbescherming Nederland, Het Groninger Landschap, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Programma Naar een Rijke Waddenzee.


Borm W. (2010), Landelijk inrichtingsvoorstel voor waterveiligheid, zoetwatervoorziening en estuariene dynamiek, Adviesgroep Borm & Huijgens en Bureau Beaufort, H2O nr.25/26, 24 december 2010.


Adviesgroep Borm & Huijgens (2011), Een ecologisch herstel van de delta, Total Fishing, januari 2011.


Adviesgroep Borm & Huijgens (2011), Zonder de Kier toch uitstekende kansen voor de trekvis, Water Forum Weeknieuws nr. 486, 30 maart 2011.

Summary

Strengthening the Afsluitdijk by nature

The safety given by the Afsluitdijk (the IJsselmeer Dam) and its sluices is far below the legal standard. The Advisory Commission IJsselmeer Dam presented on the first of June 2011 two options for strengthening the dike: a concrete storm shield on the embankment or making the dam resistant for overflowing. The result will be a reinforced embankment, vulnerable situated in a immense expanse of water. By choosing this relatively cheap short-term solution, there is no connection with a long-term stategy and the real solution will run more expensive. Sustainable measures build with nature are to prefer.

The National Structure Vision Afsluitdijk, which is in preparation, aims nature improvement in combination with the restructuring of the IJsselmeer Dam. The Council of the Wadden Sea calls for an increase of the surface in salt marshes and fresh-salt transitions. At the end of 2010 the involved nature and environmental organizations presented the publication `Afsluitdijk, natural safety". This is a joint plea to create a large buffer with a natural environment with possibilities for fish migration.
As an advisory group of integral water management we proposed an infrastructural design. This is not only sufficient for the safety standards, but it also satisfy to the European commitments to improve fish migration and ecological quality of rivers. It is a proposal to protect the Afsluitdijk with a dam on the seaside and a natural dam on the side of the IJsselmeer. By additional measures of 'new nature', the current dam can remain as it is. The dam itself keeps his functions as an icon and a monument . That gives significant advantages: No long time closing of the road, no destruction of infrastructure or artificial works.
Groynes and other measures enlarge the accretion on the seaside by which the natural shoreline can recover. A continuous growing buffer, with sandbars and marshes, will adapt itself to uncertain climate change and offers a maintaining protection for the Afsluitdijk against damage by storms and drifting ice. The design also allows an open connection with the sea. The long traject with the transitional zone between salt and fresh water, makes migration of fish possible.

When sea level rises in the future, migration of fish might become impossible. At that time this design is also useful for pumping water in the sea.


In summary, permanent flood defence, the guarantee for fresh water supply, the preservation of infrastructure, the creating of fish passages and an overall increase in biodiversity and natural values, make this proposal a complete and integral solution.

Samenvatting

Nieuwe natuur versterkt Afsluitdijk

Het veiligheidsniveau van de Afsluitdijk en de bijbehorende sluizen ligt ver onder de wettelijke norm. Op 1 juni 2011 presenteerde de Adviescommissie Toekomst Afsluitdijk twee opties voor de versterking van de dijk: een betonnen stormschild op de dijk of de overslagbestendige dijk, waarbij de top van de dijk sterker wordt gemaakt. Het resultaat is een versterkte dijk, kwetsbaar gelegen in een onafzienbare watervlakte. Het kiezen voor deze relatief goedkope korte termijn oplossing kan op lange termijn duurder uitvallen. Duurzame maatregelen die aansluiten bij een meer natuurlijk toekomstbeeld zijn te prefereren.


De Rijksstructuurvisie Afsluitdijk, die in de maak is, heeft de ambitie om natuur te koppelen en te verbeteren aan de herstructureringswerkzaamheden van de Afsluitdijk en de Raad voor de Wadden pleit voor een vergroting van het kwelderoppervlak en zoet-zout overgangen. Met de uitgave `Afsluitdijk natuurlijk veilig´ hielden betrokken natuur- en milieuorganisaties eind 2010 eveneens een gezamenlijk pleidooi om de Afsluitdijk in te richten als een natuurlijke klimaatbuffer met vrije doortrek van vissen.
Als adviesgroep integraal waterbeheer hebben wij een en ander nader uitgewerkt in een inrichtingsvoorstel. Dit voldoet niet alleen aan de veiligheidsnormen, maar levert tevens een bijdrage aan de Europese afspraken ter verbetering van vismigratie en ecologische kwaliteit van de grote rivieren. In dit voorstel beschermen een voordijk aan de zeezijde en een natuurdijk aan de kant van het IJsselmeer de Afsluitdijk. Door aanvullende maatregelen in de vorm van ‘nieuwe natuur’, kan de huidige Afsluitdijk blijven zoals hij is. De Afsluitdijk als icoon en monument blijft behouden en dat geeft aanzienlijke voordelen: Geen jarenlange afsluiting, geen kapitaalvernietiging van infrastructuur en kunstwerken.
Strekdammen en golfbrekers bevorderen de aanwas aan de zeezijde en de natuurlijke kustlijn kan zich herstellen. Deze meegroeiende klimaatbuffer zal de Afsluitdijk voor schade door storm en kruiend ijs blijven behoeden. De inrichting biedt tevens de mogelijkheid tot een open verbinding met zee en een routeverlenging van de overgangszone van zout naar zoet, waardoor visintrek voorlopig weer mogelijk wordt. Mocht dit door de zeespiegelstijging in de toekomst onmogelijk worden, dan is deze inrichting ook bruikbaar bij een IJsselmeer dat haar water naar buiten maalt.

De waterveiligheid, het behoud van de zoetwatervoorraad, het creëren van vispassages met brakwaterzones en een algehele toename van de natuurwaarden en biodiversiteit maken samen deze inrichting ruimschoots de moeite waard.