Waterberging Zuidwestelijke Delta,
noodgreep of effectieve aanpak?
Een keuze met een staartje
De noodberging VZM ligt aan de verkeerde kant van de deltadammen, aan
de oostelijke en kwetsbare zijde. Wanneer de berging Volkerak ingezet
wordt staat het water in het Haringvliet al op plus 2.60 meter NAP of
hoger. De nood is dan extreem hoog en van het ene op het andere moment
razen er plotseling duizenden m³ water per seconde langs de Volkeraksluizen.
Kwetsbare gebieden rond het Volkerak-Zoommeer worden opgeofferd, terwijl
de Grevelingen en Oosterschelde onbenut blijven. Dat lijkt de slechtste
keuze die we kunnen maken.
Aan de keuze voor het Volkerak hangt letterlijk een staart
tot aan de Schelde en die vergroot de begrenzing van de bekkenberging
tot maar liefst 127 kilometer aan dijken, met veel haken en ogen, zoals
dijktrajecten die niet voldoen en de noodzaak van aanpassingen aan kunstwerken.
Als het Volkerak-Zoommeer vol loopt dan komt de Brabantse kant met regionale
dijken en keringen in de problemen. De zekerheden die de Deltawerken gaven
met een getijloze en regelbare corridor zijn hier ineens verdwenen. Er
zijn dan wel tientallen mobiele pompen en keringen beloofd om het Brabantse
land niet onder te laten lopen, maar dit besluit dient gepaard te gaan
met een goed beheersplan, bij voorkeur op landelijk niveau. Hoe blijft
men hier anders alert op iets waarvan men nu beweert dat het eens in de
1400 jaar voorkomt?
De ‘Gevoeligheidsanalyse Waterberging Zuidwestelijke Delta’ (Bulthuis,
J. et. al. 2010) laat overigens weten dat deze inzetfrequentie in 2100
zelfs kan oplopen naar eens in de tien jaar!
Dat betekent keer op keer een milieuramp en het levert aanzienlijke schade
aan bezittingen die dan buitendijks en onbeschermd komen te liggen.
Pleidooi voor een doelmatige aanpak
Hoeveel beter is niet een gezamenlijke berging
die meteen en bovendien geleidelijk werkt. Een berging die moeiteloos
hoge afvoeren zoals in ’93 en ’95 verwerkt, toen er sprake was van aanvoeren
van 12.000 m³ per seconde. Dergelijke hoge afvoeren zullen immers steeds
vaker voorkomen.
De keuze voor een vele malen grotere berging, gevormd door drie voormalige
zeegaten ten westen van de compartimenteringdammen tot aan de zeewerende
dammen, ligt dan ook veel meer voor de hand.
Volkerakdam, Philipsdam en Oesterdam voldoen immers prima en aan de kust
liggen beschermend de Haringvlietdam, de Brouwersdam en de Oosterscheldekering.
Zo’n berging vraagt om verbinding, om doorbreking van de isolatie van
de huidige deltabekkens middels een doorgang door Goeree en een brug in
de Grevelingendam.
Twee bergingsopties naast het Haringvliet
Rood: noodberging Volkerak (de huidige getijloze vaarroute Rotterdam-Antwerpen)
Blauw: gekoppelde deltaberging met Grevelingen en Oosterschelde (de huidige
zeegatrelicten)
Een inrichting met meerwaarde
Door de voormalige zeegaten functioneel in te zetten als riviermeander,
keert een estuarium van Rijn en Maas terug, verbetert de kwaliteit van
de zieltogende deltawateren en wordt vismigratie mogelijk. Dit is gunstig
voor toerisme, recreatievaart en sportvisserij.
De verlengde stroomroute naar zee maakt dat de zoetwatervoorraden behouden
blijven, dat de waterkwaliteit verbetert en de zoutgrens zeewaarts opschuift.
Schelpdiercultures en beroepsvisserij profiteren van de continue aanvoer
van nutriënten.
De belangen van scheepvaart, landbouw en industrie komen ditmaal niet
in de problemen, maar profiteren van de verbeterde situatie.
Hoewel er aan een doorsteek van Goeree een aardig prijskaartje hangt is de voorgestelde inrichting bijzonder kosteneffectief. Ze bespaart forse investeringen en levert daarnaast ook nog geld op. Maatregelen zoals de verzilting van het Volkerak-Zoommeer, een zoet-zout scheiding bij de Volkeraksluizen, de ‘altijd goed’ zoetwatermaatregelen ZWD, het verplaatsen van innamepunten voor zoet water, de aanleg van nieuwe sluizen en kolken en noem maar op, kunnen eenvoudig geschrapt worden.
Mettertijd moeten de dijken van het Haringvliet en Hollandsch
Diep versterkt en verhoogd worden, want de watersnelweg Waal blijft nu
eenmaal de hoofdafvoer van het rivierwater.
De Haringvlietsluizen vormen niet alleen onze nationale noodspui, zij
kunnen ook als regelkraan ingezet worden bij wisselende rivierafvoeren
om extreme milieuwisselingen in het estuarium te voorkomen.
Een effectieve integrale Deltaberging tussen de primaire en secundaire dammen is vele malen veiliger en duurzamer, dan een risicovolle en beperkte noodberging Volkerak-Zoommeer.
Wil Borm
Cor Huijgens
Adviesgroep Borm & Huijgens – integraal waterbeheer - februari 2013