Het Rotterdamse havengebied
Deltaprogramma nog altijd onder de maat
Bij gebrek aan een landelijk raamwerk zette de planvorming
voor de Zuidwestelijke Delta de overige deelplannen in een vroeg stadium
op het verkeerde been. De optelsom van regionale en sectorale deelplannen
bleek vervolgens niet het beoogde landelijk totaalplan voor een klimaatbestendig
Nederland.
Bestuurders en politici lieten zich teveel sturen door hogere ambtenaren,
door uitvoerders en belanghebbenden. Het ontbrak met regelmaat aan onderzoek
en onderbouwing. Vaak zijn er besluiten genomen
op basis van halve waarheden, met onvoldoende kennis van zaken en door
het hanteren van onjuiste doelen. Plannen werden bovendien nogal eens
doorgerekend op basis van de meest gunstige prognoses. Zo kreeg duurzaamheid
een houdbaarheidsdatum, bleek robuust nogal kwetsbaar en innovatief
werd experimenteel. Averechtse projecten die eenmaal op de rails zijn
gezet, blijken nauwelijks te stoppen en leiden tot forse kapitaalvernietiging.
Het Deltaprogramma blijft wat
betreft waterveiligheid en zoetwatervoorziening ver onder de maat gebleven
en is nauwelijks gericht op de lange termijn.
Het Deltaprogramma is dan wel een gezamenlijke verantwoordelijkheid
van de verschillende overheidslagen in Nederland, maar niemand weet
meer wie eindverantwoordelijk is. Het programma stoelt op consensus
en draagvlak. Men verschuilt zich sinds jaren achter elkaar.
De Nederlandse overheid behoort echter als een goed rentmeester te handelen.
Grootschalige systeemmaatregelen ontbreken
Tot nu toe pakte men de landelijke
waterproblemen aan met grote waterloopkundige systeemmaatregelen, zoals
het graven van de Nieuwe Merwede, de Bergse Maas, het Kanaal bij Pannerden,
de Zuiderzeewerken en de Deltawerken.
Maar hoe gaat het ditmaal? De herijking van de landelijke zoetwaterverdeling,
die was gepland van 2009 tot 2015, is nooit doorgezet. Het nu voorgestelde
voorzieningenniveau voor zoetwater accepteert bij voorbaat zoetwatertekorten.
Meerlaagsveiligheid en overstromingsbestendigheid leggen zich al in
zekere mate neer bij komende overstromingen.Tenslotte levert adaptief
waterbeleid geen grootschalige systeemmaatregelen en zeker geen lange
termijn oplossingen, maar resulteert slechts in een aanpak die veel
weg heeft van pleisters plakken. Ondanks alle goede bedoelingen wordt
er te weinig voortgang geboekt en langzaamaan zet het Deltaprogramma
zich klem.
Plan Spaargaren - versie 2016 - Bron: De Ingenieur
Zoetwater van levensbelang
Minder dan een tienduizendste van al het water op aarde
is zoet oppervlaktewater.
Van dit water in rivieren en meren is veel leven en welvaart afhankelijk.
Het merendeel van het zoet oppervlaktewater gaat in Nederland verloren
via de Nieuwe Waterweg met de intentie hiermee het zout terug te dringen.
Dit beleid houdt de landelijke zoetwatervoorziening in een wurggreep
en maakt van onze overheid de grootste waterverspiller. Met de verwachte
afname van minimum rivierafvoeren is deze werkwijze een doodlopende
weg. Intussen verzilt Nederland met een tempo van zo’n 10.000 ha per
jaar en verslechtert het vestigingsklimaat aanzienlijk.
De waterafhankelijke land– en tuinbouwsectoren leveren nu nog ons grootste
exportproduct, met een zeer hoge bijdrage aan het BNP, veel werkgelegenheid
en de grootste opbrengst per hectare. Verzilting bedreigt naast deze
sectoren eveneens het meest geïndustrialiseerde en dichtstbevolkte deel
van het land.
Herziening van de Deltabeslissingen en het Deltaprogramma is uit het
oogpunt van waterveiligheid en zoetwatervoorziening dan ook zeer wenselijk.
Laten we dit vooral doen voor het te laat is.
Vooruit verdedigen
De juiste aanpak is een preventief beleid in het verlengde
van de Zuiderzeewerken en de Deltawerken. Het wordt hoog tijd dat vakmensen
sturing gaan geven aan het Waterschap Nederland en op basis van gericht
onderzoek en integrale afwegingen komen tot verantwoorde besluiten.
Vooruit verdedigen met effectieve maatregelen is hard nodig. Elke euro
die gebruikt wordt voor verkorting en versterking van de primaire waterkeringen
is een optimale investering. Voor de waterveiligheid moet het Waterschap
Nederland haar dijkring kunnen sluiten en alleen met druk van zoetwater
kan de algehele verzilting teruggedrongen worden.
Zeesluizen voor de Nieuwe Waterweg
Het Plan Spaargaren creëert een omvangrijke zoetwaterbuffer
door een einde te maken aan het grootschalig zoetwaterverlies. Alle
inlaatpunten voor zoetwater worden veilig gesteld en er komt voldoende
zoetwater om de algehele verzilting tegen te gaan en het zout terug
te dringen tot zo ver mogelijk tegen de kustlijn. De herijking van de
landelijke zoetwaterverdeling wordt een feit. Nederland mag zoet worden
en blijven. De oude stadshavens en de rivieren naar de Rijnmond worden
zoet en getijloos. De waterhoogte wordt meer beheersbaar. Dit is gunstig
voor de diepgang van de scheepvaart en geeft in de benedenrivieren minder
schutproblemen.
Ook de rivierwaterveiligheid neemt toe doordat de hoogwaterstanden bij
Rotterdam gemiddeld een meter lager uitvallen dan nu. Het omslagpunt
van rivieren en zee verplaatst zich van de kwetsbare regio Drechtsteden
naar de Zuidwestelijke Delta, een regio met waterbergend vermogen.
De aanvoer van zoetwater naar het zuidwesten betekent
naast toename van nutriënten voor de vis- en schaaldiersectoren eveneens
een kwaliteitsverbetering van het oppervlaktewater en verhoging van
de biodiversiteit door zoetzout overgangen en estuariene dynamiek. Dit
alles bevordert ook natuurbeleving en recreatie en met de verruimde
mogelijkheden voor vismigratie voldoen we met gemak aan de internationale
verplichtingen.
Economie en milieu plukken er de vruchten van. Wanneer alle voordelen
van zeesluizen bij de diverse belangenorganisaties bekend zijn, ligt
het voor de hand dat deze systeemmaatregel kan rekenen op een breed
maatschappelijk draagvlak.
In november 2015 wordt de uitslag van het onderzoek bekend gemaakt.
Als alle baten en lange termijn garanties integraal worden meegewogen
bij de uiteindelijke beslissing, dan is de kans groot dat het Deltaprogramma,
dat we tot nu toe als risicovol en miljardenverslindend beschouwen,
gered gaat worden door Plan Spaargaren.
W. Borm
Adviesgroep Borm & Huijgens - integraal waterbeheer,
oktober 2015