Waar blijven de beloofde
deltabeslissingen?
Samengevat zijn de volgende deltabeslissingen voorgesteld:
De deltabeslissing Waterveiligheid staat in het teken van de meerlaagsveiligheid en kiest niet voor de afronding van de ingezette kustlijnverkorting door Zuiderzeewerken en Deltawerken.
Hierdoor blijft het grootschalige waterverlies via de Nieuwe Waterweg bestaan en kan de deltabeslissing Zoetwater niet anders dan het voorzieningenniveau vaststellen en aandringen op nog zuiniger omgaan met het beschikbare water.
De deltabeslissing IJsselmeergebied zet in op flexibel peilbeheer.
De deltabeslissing Rijn-Maasdelta houdt de bestaande afvoerverdeling in stand. Effectieve structurele systeemmaatregelen voor landelijk rivierwaterbeheer ontbreken.
De deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie werkt aan het overstromingsbestendig maken van infrastructuur die van nationaal belang is. Het adaptief waterbeleid heeft een hoog ad hoc gehalte en slechts een horizon van enkele decennia.
De toegevoegde beslissing Zand tenslotte kiest voor zandsuppleties en geeft hierbij aan dat de nodige kennis nog ontbreekt. Er is hierbij geen sprake van samenwerking met de natuur en van duurzaamheid.
Grote structurele maatregelen ontbreken
Volgens waterconsultant Marnix de Vries heeft
het Deltaprogramma de kans gemist om een gedegen studie te doen naar
de waterverdeling tussen de Rijntakken: “De waterverdeling over
de Rijntakken moet veel meer aandacht krijgen. Die is al 200 jaar lang
in de berekeningen hetzelfde, 1/3 richting noorden en 2/3 naar het westen.
Het is zeer de vraag of dit ook klopt bij extreme situaties als alles
onder water staat.”
Het is mogelijk met de infrastructuur van de Deltawerken en structurele maatregelen om de zoetwaterstromen zo te reguleren dat de waterveiligheid wordt vergroot en de verzilting wordt tegen gegaan. Maar de herijking van de landelijke zoetwaterverdeling, gepland van 2009 tot 2015, heeft nooit plaatsgevonden!
Huib de Vries, emeritus hoogleraar Rivierwaterbouwkunde:
“Je moet veel meer mogelijke afvoerverdelingen doorrekenen en onderzoeken
op hun gevolgen. Zet daar gewoon een aantal promovendi op. Het is nu
zo in Nederland: we weten niet beter, dus we laten het maar zo tot 2050!”
Rivierdijken vergen kostbaar
onderhoud
Bij het Deltaplan bleek het op deltahoogte brengen
van alle rivierdijken in het Benedenrivierengebied te moeilijk en koos
men voor de Maeslantkering. Die blijkt niet veilig genoeg en alsnog
wordt de dijkverhoging aangepakt. Je kunt je afvragen of de kosten van
die verhoogde en versterkte dijken, zoals nu bijvoorbeeld langs de Lek
worden voorgesteld, wel correct begroot zijn. Het is uiterst kostbaar
veilige dijken aan te leggen in een gebied met dikke pakketten veen.
Juist omdat die eindeloze ophoging kostbaar is en risico’s met zich
meebrengt, zouden alternatieven goed bespreekbaar moeten zijn.
Gemiste kansen
Het Deltaprogramma pretendeert een nieuwe aanpak
van waterveiligheid en zoetwatervoorziening. Kunt u die misschien ontdekken?
De overheid zet immers geen enkele stap voorwaarts met grote systeemmaatregelen.
De meest urgente en effectieve maatregel voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening
is de afsluiting van de Nieuwe Waterweg. Deze afsluiting verplaatst
het omslagpunt rivieren en zee, gaat de verzilting tegen en laat het
rivierwater weer door de delta stromen. Maar hier kiest het Deltaprogramma
niet voor en daarom blijft de Zuidwestelijke Delta nog altijd verstoken
van rivieraanvoer. Uit nood geboren tracht men de ontstane milieuproblemen
op te lossen door onze erfvijand zeegatdynamiek binnen te halen. De
verbroken aanvoer van zoet water zit inmiddels zo tussen de oren dat
zelfs verzilten van het Volkerak-Zoommeer wordt overwogen. Hiermee worden
de Deltawerken nog verder uitgekleed en Zeeland maximaal verzilt.
Gebrek aan goed rentmeesterschap
Er ligt dus geen blauwdruk van waar we uiteindelijk behoren
uit te komen. Het Deltaprogramma kiest voor een strategie van blijvend
aanpassen van het watermanagement: het nauwelijks vooruit kijken en
het aanpakken van problemen wanneer die zich voordoen. Er is geen echte
visie, maar een gebrek aan goed rentmeesterschap. Men probeert met lapmiddelen
het in dit lage land nog een tijd vol te houden. Met dit adaptief waterbeleid
zullen we in de toekomst vele malen ons hoofd stoten en wellicht gaat
het een keer echt goed mis.
De deltabeslissingen conflicteren met de wateropgaven van het Nationaal
Waterplan en het Deltaprogramma vormt steeds meer een blokkade voor
een klimaatbestendig Nederland.
Ergens verwacht je nog dat de deltacommissaris ineens
zegt “Gefopt, geintje!” en dat ie dan de échte deltabeslissingen van
achter zijn rug tevoorschijn tovert. Maar dat is een illusie.
Jammer, het begon in 2008 onder leiding van Veerman zo hoopgevend.
Foto: C. Huijgens
Hoop aan de horizon !
Maar ineens gloort er hoop aan de horizon. De politiek,
die tot nu toe de jaarlijkse voortgangsreportages van het Deltaprogramma
kritiekloos heeft aanvaard, grijpt eindelijk in! Een ruime Kamermeerderheid
heeft een motie goedgekeurd om het Plan Spaargaren, ontwikkeld door
oud-waterstaatsingenieurs voor sluizen in de Nieuwe Waterweg, nader
te onderzoeken.
De beloofde deltabeslissingen komen mogelijk
toch nog achter de rug tevoorschijn.
Wil Borm - Adviesgroep Borm & Huijgens, november 2014