dreigt
18 december 2014 WATERFORUM DISCUSSIEFORUM - 22 december 2014 Ons Water
Door het beperkte denken over zout en getij
is er nu een waterbeleid dat streeft naar een maximaal verzilten van
Zeeland, zowel van het oppervlaktewater als het grondwater. Onbegrijpelijk
dat niemand zich realiseert hoe schadelijk dit zal zijn. Ecologen zeggen
eenvoudig dat zout bij Zeeland hoort en dat de moderne landbouw niet
veel zoet water nodig heeft. Verder ontbreekt elke onderbouwing, meent
ir. W. B. P. M. Lases.
Want welk zoutgehalte hoort bij Zeeland ? Hoe lager het zoutgehalte
in de wateren en de bodem hoe beter het zoetwaterbeheer op de eilanden.
De zoete delta verdween
Toen Mondragon aan het eind van 16e eeuw met 1500 man
troepen in de nacht en bij laag water door het Zijpe trok van St-Philipsland
naar Schouwen, was het water zoet. De geuzen in hun sloepen konden er
niet dicht genoeg bijkomen, omdat het rond de doorwaadbare plaats te
ondiep was. In de 70’er jaren (mijn deltadiensttijd) was het er 23 meter
diep!
In de afgelopen vier, vijf eeuwen zijn de zeegaten steeds dieper geworden
en daarmee is het zoutgehalte toegenomen. Door toedoen van de mens drong
de zee de zoete delta binnen en uiteindelijk moesten de Deltawerken
vanwege veiligheid en waterhuishouding een einde maken aan deze onhoudbare
situatie.
Christoffel de Mondragon
Het defensieve Deltaplan
Het oorspronkelijke Deltaplan voorzag in een zoet Zeeuws
merengebied, dat van eminent belang was voor de zoetwaterhuishouding
van de Zeeuwse eilanden en als zoetwaterbuffer. Het plan was een gerichte
vorm van vooruit verdedigen om de oprukkende verzilting te vertragen.
Vooruit verdedigen hoort, in welke vorm dan ook, het wezenlijke beleid
te zijn van het Deltaprogramma.
Zouter dan ooit
Voordat er Deltawerken waren ging een groot deel van
de rivierafvoer via de Zeeuwse wateren. Het zoutgehalte was er een heel
stuk lager dan in de Noordzee, ook al was het over het algemeen zout
genoeg voor de oester- en mosselteelt.
Door het zout houden van de Oosterschelde zonder rivierinvloed is de
Oosterschelde nog nooit zo zout geweest. Hetzelfde geldt voor de Westerschelde
door de steeds grotere diepten en bijbehorende breedtes. Ik beschik
over te weinig gegevens om een echte uitspraak te doen over het Grevelingenmeer,
maar verwacht dat het ook zouter is dan vóór de realisatie van de delta-infrastructuur.
Nadat Zeeland verstoken bleef van rivierwateraanvoer kwamen de eilanden
steeds meer in het zout te liggen en als het aan de huidige plannen
ligt dan wordt het straks zouter dan ooit.
De infrastructuur als gereedschap
De dammen en kunstwerken van de Deltawerken vormen het
belangrijkste gereedschap voor de grote waterloopkundige ingrepen. Hiermee
zijn zoetwaterstromen te sturen, kan verzilting worden tegengegaan en
kunnen watervoorraden behouden blijven.
Bij verkeerd gebruik, zoals de plannen voor een Volkerak-Zoommeer en
invoering van getij op het Grevelingenmeer, wordt hetzelfde gereedschap,
oorspronkelijk bedoeld tegen verzilting, zelfdestructief toegepast.
De verzilting in Zeeland zou in geen eeuwen zo sterk worden als nu door
misbruik van de bestaande infrastructuur.
Gevoel als fundament
Er is geen echte reden om van een zoet Volkerak-Zoommeer
een zout meer te maken. Het is een gevoel van nostalgie, een hang naar
de situatie van vóór de deltawerken, van een groep biologen, die steun
zoekt bij kleine lokale belangen, om vervolgens zo’n fundamentele wissel
te trekken. Er is nu sprake van een ecologisch in hoge mate stabiel
zoetwatermeer. Voor welke lobby gaan we dit verzilten? Het is duidelijk
dat de bestuurders geen flauw benul hebben van waar ze mee bezig zijn
en de deltacommissaris neemt dit nu over.
De Grevelingen weer in het slop
In het Grevelingenmeer wil men beperkt getij toe laten.
Met een brug in de Grevelingendam komt er ook wat getij op het VZM.
Wat betekent dit voor de Rijndoorvaarhoogte van de bruggen over het
Schelde-Rijnkanaal? Gigantisch hoge kosten en waarvoor?
Men zal bedrogen uitkomen als men denkt met een opening in de Brouwersdam
de thermische stratificatie op te heffen. De huidige angst op omkering
van zuurstofloze onderlaag en de zuurstofrijke bovenlaag is ongegrond.
Andersom kan dit juist wel optreden in een overgangsfase, nadat een
gat in de dam is gerealiseerd.
Onrendabele getijdencentrale
Veertig jaar geleden is al gekeken naar mogelijkheden
van een getijdecentrale in de Oosterschelde. Dit was en is in het geheel
niet rendabel. Gaat nu het Rijk de infrastructuur voor de getijturbines
in de Brouwersdam maken en komt er een verruiming van subsidiegelden
om het turbineproject in het damgat te ontwikkelen? Dit alles om realisatie
kost wat kost door te drukken.
De hoogste tijd voor verstandig handelen.
Er is wel in Nederland een directeur zoetwaterbeleid.
Het ontbreekt echter aan een verziltingsbeleid, waarbij het zoete water
zo ver mogelijk naar de kust wordt gebracht om de sluipend toenemende
verzilting maximaal te vertragen en terug te dringen. Vooruit verdedigen
zou de basis moeten zijn van het nationale waterbeleid.
Ir. Wil Lases
Tiel - december 2014