keerpunt naar een win-winsituatie

Cobouw 7 maart 2016

De Westerschelde houdt de gemoederen bezig. Betrokken instanties, met schijnbaar tegengestelde belangen, staan sinds jaren tegenover elkaar. Overheden durven de strijd niet aan. Het resultaat is dat zowel de Antwerpse haven als de stad, de natuurbelangen, de waterveiligheid en de agrarische sector geweld wordt aangedaan.
Op 23 en 24 maart 2016 staat de Scheldeproblematiek volop op de agenda tijdens de internationale conferentie World Water Works.
Na decennia van onduidelijkheden, is het volgens Adviesgroep Borm & Huijgens tijd om zaken te objectiveren en de schouders te zetten onder een duurzame integrale visie.
De Westerscheldedam levert daarbij een win-winsituatie voor allen.

Vanaf de Middeleeuwen sloeg de zee enorme gaten in de Lage Landen. Hierdoor werd het estuarium in het zuidwesten teruggedrongen tot de Biesbosch en achter Antwerpen.
Het veel te ruime oppervlak van de Westerschelde, was ooit merendeels bewoonbaar land. Door verdiepingen van de vaargeul, zuigt er vanuit zee een steeds hoger en gevaarlijker getij door het zeegat naar binnen. Hoe dieper de Westerschelde, hoe groter de noodzaak om ook deze zeearm af te sluiten. Met de overstromingskans van het Scheldebekken van 1/70 per jaar (bron: prof. drs. ir. J. K. Vrijling) wordt de vraag naar een waterkering wel zeer urgent.

Stop de verzilting
Zo groots als de zee bezit nam van het land, zo groots moesten en moeten we de verdediging aanpakken. De dammen van de Zuiderzeewerken en de Deltawerken redden Nederland van de ondergang. Het visionaire Deltaplan is echter nooit voltooid. De open gebleven Nieuwe Waterweg en Westerschelde zijn de oorzaak van de meest zwaarwegende waterproblemen. Het sluiten van de ‘dijkring om het Waterschap Nederland’ is voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening van levensbelang.
Van het geplande zoete Zeeuws merengebied kwam weinig terecht. De Oosterschelde kreeg een stormvloedkering en de Grevelingen bleef eveneens zout. Nederland verzilt intussen met een tempo van zo’n 10.000 ha per jaar en Zeeland heeft nog nooit zo sterk in het zout gelegen als nu. Aan deze benarde situatie komt pas een einde na het verzoeten van zowel de Grevelingen als de Westerschelde en na de aanleg van zeesluizen in de Nieuwe Waterweg. Tegendruk van zoet water kan na deze afsluiting de verzilting stoppen en de zoutgrens zo ver mogelijk naar de kustlijn brengen.


De Westerscheldepoort: Ontwerp Levien de Putter, Architecten Alliantie 2009

Geef de Antwerpse haven toekomst
Het onderhoud van de vaargeulen, het verdiepen voor een grotere diepgang en de blijvende aanpassingen van de havens, vanwege steeds grotere zeeschepen, zijn erg kostbaar. Wellicht komt er nog een vierde verdieping van de vaargeul in de Westerschelde van 14 naar 17 meter, maar de grenzen van het mogelijke zijn al overschreden en het is afwachten wanneer het fout gaat. Anderzijds zou het versmallen van het zeegat tot een estuarium, het einde betekenen van Antwerpen als wereldhaven en dat mag onder geen beding. Dan blijft als oplossing het sluiten van de Westerschelde met een waterkering.

Bij deze kering dient de inrichting van een containertransferium primair gericht te zijn op het voorzien van de behoeften van het Antwerpse havenbedrijf. Met het ontwikkeld overslagsysteem, het NGICT-concept, neemt de logistieke efficiëntie aanzienlijk toe.
Het verladen van zout naar zoet op shuttleboten maakt bovendien dat alleen de voor Antwerpen bestemde vrachten gericht over de Westerschelde worden vervoerd. Ook de overige locaties langs de Schelde zullen hiervan profiteren. De dam maakt bovendien een tweede noord-zuidverbinding richting Calais mogelijk, die noodzakelijk is om de ring om Antwerpen te ontlasten.

Westerscheldedam en containertransferium Antwerpen met overslag van zout naar zoet.
Ontwerpvariant: Adviesgroep Borm & Huijgens - 2016

Stormvloedkering of spuisluizen?
Wanneer we vergelijkend de stormvloedkering Oosterschelde bezien, constateren we dat deze de krachtige stromingen, die de gehele Oosterschelde dagelijks voorzien van eb en vloed, nauwelijks kan verwerken. Zonder overcapaciteit is het verbinden met Grevelingen of Volkerak uit den boze. Een estuarium is er alleen mogelijk met forse oppervlakteverkleining en doorstroming met rivierwater. Dan pas wijkt het zeegatkarakter voor rivierinvloed.

De situatie van de Westerschelde pleit dan ook voor de aanleg van een dam met spuisluizen en niet voor een stormvloedkering. Ook de functie van drukbevaren handelsroute onderstreept deze keuze. De Westerschelde krijgt hierbij immers een iets hogere waterstand dan het gemiddelde zeeniveau. Dit peil is stabiel en beheersbaar en dat komt de bevaarbaarheid ten goede. Dat is niet alleen van groot belang voor de Antwerpse haven, maar geeft ook miljarden aan besparingen bij sluizen, dijken en overige infrastructuur. Schepen die doorvaren langs het transferium hoeven maar eenmaal te schutten.

Waterveiligheid
Met een dam is er geen sprake meer van een zeegat met kwetsbare flanken. Zo’n 152 km primaire zeedijk wordt secundair. Antwerpen wordt niet langer door het getij ondermijnd, maar ligt weer aan de rivier. Het dichtbevolkte Scheldebekken is duurzaam beschermd tegen overstromingen vanuit zee en de Westerschelde vormt bij extreme rivierafvoeren een ruime noodwaterberging.
Ook de kerncentrale van Doel, veilig achter haar voormalige zeeweringen, is gevrijwaard van risicovolle aangrenzende uitgravingen. Het hoge Land van Saeftinghe mag eindelijk weer worden ingepolderd en de Hedwigepolder blijft op de valreep behouden.

Ecologie
In de vorige eeuw werd meer dan duidelijk dat de open zeegaten niet te handhaven zijn. Natuurbeschermingsmaatregelen voor de Westerschelde, die gericht zijn op het deels terugbrengen van de oude situatie, zijn onterecht. We hoeven niet te herstellen, niet te ontpolderen, noch te compenseren. Ontwikkelingen gaan voort en de natuur verandert mee. De Westerschelde wordt na aanleg van een dam langzaam zoeter. In de migratierivier, die gelijk met de dam wordt aangelegd, begint de overgangszone naar zee.
Met het wegvallen van de sterke getijdenstromingen en de zandbrengende werking van drijvende golfdempers zal de vorming van de Voordelta toenemen en het estuariene gebied zich uitbreiden op de Vlakte van de Raan. Zo ontstaat op natuurlijke wijze ten zuidwesten van Walcheren een natuurgebied met zoute, brakke en zoete zones, met platen, schorren, slikken en eilanden. Vanuit natuuroogpunt is er geen legitiem excuus voor het open laten van het zeegat. Procesnatuur krijgt weer de ruimte, tekentafelnatuur en postzegelplannetjes verdwijnen. Een niet houdbaar ecosysteem verdwijnt en een rijke toekomst voor een diverse kust gloort.


Voordelta met ten zuidwesten van Walcheren de Vlakte van de Raan


Gezamenlijke belangen
Zoals zeesluizen in de Nieuwe Waterweg de redding van het Deltaprogramma betekenen, zo geeft een Westerscheldedam waterveiligheid aan de Schelderegio en garandeert het voortbestaan van Antwerpen als wereldhaven. Beide projecten bieden de havenbedrijven van Rotterdam en Antwerpen een kans om toekomstbestendig te worden.
Een motie in de Tweede Kamer leidde tot nader onderzoek naar zeesluizen in de Nieuwe Waterweg en voor een Westerscheldedam zijn de afgelopen jaren diverse varianten gepresenteerd. Helaas kiest minister Schultz met haar reactie van 17 februari 2016 aan de Tweede Kamer nog niet voor een spoedige realisatie van zeesluizen en schuift zo de problemen vooruit. Dit in tegenstelling tot de voorgestelde strategische maatregel, waarmee het Deltaprogramma juist een grote stap voorwaarts maakt.

Tijdens het waterbouwkundig congres World Water Works, dat zonder meer het bezoeken waard is, staat de Scheldeproblematiek volop in de belangstelling en komt ook waterveiligheid breed aan bod. Koch Consultancy Group heeft de vele economische voordelen van een containertransferium Antwerpen statistisch in beeld gebracht.
Een dergelijke transitie vergt een geheel nieuw businessplan van Antwerpen, de Vlaamse regering, Zeebrugge en Gent enerzijds en Vlissingen, Terneuzen, de Provincie Zeeland en Nederland anderzijds. Dit zou kunnen aanvangen met de samenstelling van een Nederlands-Belgische studiegroep, die zich buigt over een definitieve versie van de kering in de Scheldemonding en die gaat werken aan een duurzame toekomstvisie voor een gemeenschappelijke Europese logistieke regio met een samenwerkingsverband waarvan beide landen profiteren. Een win-winsituatie voor economie, ecologie en waterveiligheid.

W. Borm
M. Boelaars

Adviesgroep Borm & Huijgens – integraal waterbeheer - februari 2016