van de Nederlandse delta
B&H januari 2011
Met het terugdraaien van het Kierbesluit in
december 2010 leek het herstel van de delta even in een impasse geraakt.
Men vraagt zich af, wat nu? Wat blijft er over van ons gezamenlijke
streven naar een delta in permanent open verbinding met zee?
In dit artikel wordt beschreven dat er betere mogelijkheden zijn voor
het ecologisch herstel dan het experiment de Kier.
Het ontstaan van Nederland
Ooit was Nederland een moerassige
delta, een kraamkamer voor de zee en een poort naar de stroomgebieden
van de rivieren. Kustvorming, veengroei, estuariene dynamiek en rivierdynamiek,
met als belangrijkste processen erosie en sedimentatie, gaven vorm
aan de Lage Landen. Bodemdaling als gevolg van veenexploitatie maakte
dat grote oppervlakten bedijkt werden en landschapsvormende processen
verdwenen. Het behoud van het land dat beneden de zeespiegel ligt,
vereist intussen drastische maatregelen.
De
teloorgang van de trekvissen
De eens zo talrijke trekvissen werden sterk gedecimeerd
door watervervuiling en kunstwerken in de rivieren. Met de afsluiting
van de Zuiderzee verdween de noordelijke toegang tot de rivieren en
de Deltawerken sloten de zuidelijke route. Deze ingrepen zijn debet
aan de verdere afname van de laatste trekvispopulaties. Intussen is
de waterkwaliteit verbeterd en zijn bij de vele kunstwerken in de rivieren
vispassages aangelegd. Het ziet er naar uit dat ten behoeve van waterveiligheid
en zoetwatervoorziening er zeesluizen in de Nieuwe Waterweg komen. Dan
lijkt het doek definitief te vallen voor de trekvissen, tenzij Nederland
haar belofte nakomt en een permanente open verbinding met zee realiseert
met een geleidelijke overgang van zoet naar zout.
Het sprookje van de Kier
Het experiment de Kier, oorspronkelijk bedoeld als een
eerste stap naar de terugkeer van eb en vloed, werd compromis op compromis.
Men heeft een tiental jaren gezocht naar kansen om enige ecologische
winst te behalen door enkele sluisdeuren van de Haringvlietsluizen open
te zetten. Hierbij werd uitgegaan van de na de Deltawerken ontstane
situatie. Zolang de Nieuwe Waterweg een open verbinding naar zee is,
zullen de Haringvlietsluizen nooit het gehele jaar open blijven, ook
niet op een kier. `Zalm weer in de Rijn!´ bleek bij de Kier een sprookje
(voor meer info: zie op onze website de artikelen `Is de Kier achterhaald?´
en `Falend natuurbeheer´).
Staatssecretaris J. Atsma van Infrastructuur en Milieu
stelt “dat het terugdraaien van het Kierbesluit niets afdoet aan
de internationale doelstellingen om Rijn en Maas weer geschikt te maken
voor migrerende vissen. Het op een kier zetten van de Haringvlietsluizen
is geen doel op zich, maar een middel om het doel te bereiken.”
Hij laat onderzoeken of de doelstellingen op een andere manier te bereiken
zijn.
Bezuinigingsmaatregelen dwingen tot toetsing op noodzaak en effectiviteit.
Met waterveiligheid valt nu eenmaal niet te marchanderen. De tijd van
subsidiegestuurde planvorming is voorbij. Het jaar 2011 is cruciaal
voor het vaststellen van het waterbeleid van de komende tijd. Lopende
natuurprojecten blijken door bezuinigingsmaatregelen stopgezet te kunnen
worden. Het lijkt verstandig om als natuurbescherming daar waar mogelijk
mee te liften met noodzakelijk geachte maatregelen voor economie en
waterveiligheid.
De starheid doorbreken
De bij de delta betrokken natuurbeschermingsinstanties
richten hun aandacht op relatief zeer jonge natuurgebieden. Deze gebieden
genieten vaak nu al een meervoudig beschermde status vanuit een voortvarende
nationale en Europese regelgeving. Er is veel geïnvesteerd en bereikt.
De behaalde resultaten worden gekoesterd. Een aanhoudende stroom van
immer positieve propaganda vanuit de nieuwe natuurprojecten wekt de
indruk dat we op de goede weg zijn. Dit verklaart waarom er van een
ommezwaai naar integraal waterbeleid binnen natuurminnend Nederland
nauwelijks sprake is. De starheid van de Deltawerken zit dan ook verankerd
tussen de oren van sommige beheerders en beleidsmakers, die blijven
uitgaan van de huidige gefixeerde situatie.