Hoe de natuur vorm geeft
aan de delta
“Evenwel blijft de economie steeds de factor, die
uiteindelijk den toestand beheerscht en die steeds noodzaakt zooveel mogelijk
met de natuur mede te werken en zoo weinig mogelijk daartegen in te gaan.”
Johan van Veen 1936.
Te weinig doelgerichte maatregelen
Velen rekenden alsnog op oude beloftes, waaronder gedempt getij en De
Kier. Anderen kozen voor tijdelijke dynamiek, die ontstaat bij dijken
doorsteken en het aantakken van doodlopende wateren. Ook de lobbyisten
voor robuustheid, grootschaligheid en grote grazers lieten nogal van zich
horen. Subsidiegestuurde projecten, tekentafelplannen, innovaties en regionale
belangen, lapmiddelen en korte termijn maatregelen leidden eveneens de
aandacht af van doelgerichte maatregelen voor klimaatbestendigheid en
procesnatuur.
Kleine plevier - Foto: Gerda de Bruijn
Toenemende verwarring
Bij het Deltaprogramma ontbrak een landelijk raamwerk als referentiekader.
Zo kon het gebeuren dat de tweede werkconferentie Zuidwestelijke Delta
begin 2009 ontspoorde met een ‘zilt herenakkoord’, dat is uitgegroeid
tot het Manifest Waterpoort. Hierin krijgen de locale economie en recreatie
een veel te prominente en bedenkelijke rol toebedeeld. Manipulatie en
propaganda zetten velen op het verkeerde been. Voorstanders van een zout
Volkerak-Zoommeer rekenden zich bij voorbaat rijk. Grevelingen en Oosterschelde
blijven geheel verstoken van estuariene dynamiek.
Het Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta had sturend moeten werken
voor klimaatbestendigheid en procesnatuur, maar door de fragmentarische
plannen raakten de primaire doelen waterveiligheid en zoetwatervoorziening
steeds meer op de achtergrond.
Waterloopkundige onderbouwing ontbreekt
Gebrek aan gericht beleid, aan samenhang en aan historische context maken
dat loze projecten, zoals verzilting, onnodig ontpolderen, tegennatuurlijke
suppleties of de aanleg van onrendabele waterenergiecentrales, worden
gepresenteerd en doorgedrukt. Waarom wordt er van overheidswege een podium
geboden voor dit soort eenzijdige zaken?
In januari 2015 leidt een donatie van 13.5 miljoen uit het Droomfonds
van de Nationale Postcodeloterij nog tot euforie onder de betreffende
natuurinstanties rond het Haringvliet.
Het gonst inmiddels van de planvorming, maar wat is er waterloopkundig
haalbaar?
Niemand komt met de noodzakelijke objectieve en berekende basis voor een
estuarium.
Blokkade van procesnatuur door bescherming
Tal van wet- en regelgeving zorgt dat men inmiddels door
de bomen het bos niet meer ziet. Clustering maakt het geheel wel overzichtelijker,
maar zeker niet meer flexibel.
Zoals natuurbeschermingsregels het gebruik van het cultuurlandschap aan
banden leggen, zo blokkeren ze nu de gang naar procesnatuur in de delta.
Hiermee schiet de natuurbescherming in haar eigen voet.
Natura 2000 liep vast
Men kan zich afvragen of gespecificeerde formuleringen van natuurdoelstellingen
niet overbodig zijn, aangezien de morfologische voorspellingen, die de
basis vormen voor de effectvoorspelling voor de natuur, met relatief grote
onzekerheden zijn omgeven. De landelijke coördinatie van Natura 2000 erkende
in 2009 openlijk deze impasse, waarin haar beleid voor de delta zich bevond.
Ze kwam echter zelf niet meer met een oplossing.
Marcel Schrijvers (SBB) en Herman Haas (RWS) beëindigen
hun artikel “Herstel estuariene dynamiek in de Zuidwestelijke Delta” (Vakblad
Natuur Bos Landschap, mei 2009) met:
“Een dynamische delta betekent ook dat we zullen moeten accepteren
dat de natuur verandert. Dit heeft implicaties voor de soms starre instandhoudingsdoelstellingen
van Natura 2000.
Er moet een volwaardige plaats binnen Natura 2000 komen voor dynamiek.
Als we niet kiezen voor het terugbrengen van estuariene dynamiek, zal
het overigens ook bijzonder lastig en wellicht onhaalbaar blijken om de
opgaven uit de Habitatrichtlijn te realiseren.”
Uiteenlopende opvattingen van de aangesloten instanties bij de Coalitie Delta Natuurlijk maken het moeilijk om met een eensluidend geluid naar buiten te treden. Na jarenlange idealistische strijd, komt er ruimte voor realisme. Men laat de eigen standpunten geleidelijk los en begint men binnen de natuurbescherming langzaamaan oog te krijgen voor het nieuwe, voor hetgeen zich onder gewijzigde omstandigheden ontwikkelt en nog kan ontstaan.
Kwakken - Foto: Gerda de Bruijn
Behoud van verandering
Juist voor het behoud van voortgaande processen dient men
doelen te formuleren, voor het waterloopkundig scheppen van goede randvoorwaarden
voor een evoluerend milieu, waarin alle stadia van de estuariene procesnatuur
zich in tijd en ruimte ongestoord en blijvend kunnen ontwikkelen.
Men zou alle beperkende natuurbeschermingsregels overboord moeten zetten
om plaats te maken voor één Natura-2000 aanwijzingsbesluit voor de Zuidwestelijke
Delta: Het besluit om voor de lange termijn in samenhang met waterveiligheid
en zoetwatervoorziening te streven naar een zo compleet mogelijk estuarium.
De Zuidwestelijke Delta met een estuarium en een Westerscheldekering
(kaart B&H). Zeewaterveiligheid, rivierwaterveiligheid, ecologie en
zoetwatervoorziening in samenhang.
Een estuarium als streefbeeld
Als adviesgroep dringen we sinds het verschijnen van het rapport “Samen
werken met water” (Deltacommissie 2008) aan op herijking van de landelijke
zoetwaterverdeling en op hiermee samenhangend onderzoek naar de haalbaarheid
van diverse varianten en combinaties voor estuariene dynamiek, zoals met
een S-bocht, migratierivieren en/of de inzet van de Voordelta.
Nu afsluiting van de Nieuwe Waterweg weer in beeld komt, wordt het tijd
dat de overheid en de deltacommissaris deze taken oppakken, zodat er met
de beschikbaar komende informatie, weliswaar bedachtzaam en respectvol,
bewuste keuzes gemaakt kunnen worden. Geen halve maatregelen, maar een
waterloopkundig gefundeerde inrichting voor één verbonden en evoluerend
gebied, afsluitbaar met stormvloedkeringen, dat de optimale condities
schept voor de ontwikkeling van de ecologische relaties tussen de zee
en de stroomgebieden van de grote rivieren.
Men hoeft hierbij niet gedetailleerd te voorspellen wat er komen gaat.
De natuur mag zelf bepalen waaraan ze wil voldoen. Uiteindelijk mogen
we onbekommerd achterover leunen en met de kennis van nu accepteren dat
niet de mens, maar de natuur invulling geeft aan een estuariene delta.
Wil Borm
Cor Huijgens
Adviesgroep Borm & Huijgens - integraal waterbeheer
- april 2015