Zonder de Kier toch uitstekende
kansen voor de trekvis
Het terugdraaien van het Kierbesluit zorgde eind 2010 voor veel ophef. Staatssecretaris J. Atsma van Infrastructuur en Milieu stelt echter “dat het terugdraaien van het Kierbesluit niets afdoet aan de internationale doelstellingen om Rijn en Maas weer geschikt te maken voor migrerende vissen. Het op een kier zetten van de Haringvlietsluizen is geen doel op zich, maar een middel om het doel te bereiken.” Hij laat onderzoeken of de doelstellingen ook op een andere manier te bereiken zijn.
Waarom de Haringvlietsluizen een knelpunt zijn voor vismigratie
Met een rechtstreeks open Haringvliet komt het zout tot aan Gorinchem en onder de huidige omstandigheden vormen de Haringvlietsluizen een knelpunt voor vismigratie, omdat deze hindernis voor trekvissen niet tot nauwelijks te nemen is. Ook zijn de sluizen vaak lange tijd, van enkele weken tot maanden, gesloten. Dit verstoord de levenscycli van de trekvissen, die hier een gesloten deur aantreffen en geeft milieuwisselingen in het westelijk Haringvliet.
Hierover twee citaten van F. Moquette van Sportvisserij Nederland:
Migratie naar binnen (stroomopwaarts)
“Het water van het Haringvliet wordt bij voldoende
aanvoer van water uitsluitend gedurende dalend of laag tij via de spuisluizen
gespuid. De stroming is dan zodanig sterk dat zelfs goede zwemmers als
zalm en zeeforel er niet tegenop kunnen komen. Er dienen zich tijdens
het spuien kort enkele momenten aan waarin de stroomsnelheid wat minder
is en vissen naar binnen kunnen zwemmen. Dit gebeurt met name als het
zeewater weer begint te stijgen (Aan het begin van de periode van stijgend
tij). Indien vissen de juiste ‘timing’ weten te vinden zodat ze met hun
neus voor de sluizen liggen als die gelegenheid zich voordoet, dan zijn
ze in staat naar binnen te zwemmen. Maar de meeste vissen zwemmen in de
spuikom voor de Haringvlietsluizen rond en lopen de kans om naar binnen
te zwemmen mis. Tegen de tijd dat ze doorhebben dat de kansen gunstig
zijn, worden de sluisdeuren weer gesloten of is de stroming weer veel
te sterk geworden.”
Migratie naar zee (stroomafwaarts)
“Ook voor de vissen die naar zee trekken, vormen de
Haringvlietsluizen een barrière. Op de eerste plaats vormt het Haringvliet
door het bijna stilstaande water een barrière voor jonge zalmen en zeeforellen
(‘smolts’) omdat deze vissen zich tijdens hun migratie sterk op de stroming
oriënteren. Toch blijkt deze route bij de meeste stroomafwaarts trekkende
smolts de voorkeur te genieten. Eenmaal in het Haringvliet aangekomen,
kunnen ze echter de uitgang naar zee heel moeilijk vinden. Tijdens dit
oponthoud vallen veel jonge zalmen en zeeforellen ten prooi aan de talrijke
roofvissen en aalscholvers.
Hebben de smolts eenmaal de Haringvlietsluizen gevonden en zijn ze daar
aangekomen op het moment dat er toevallig gespuid wordt, dan worden ze
door de snelle stroming naar buiten ‘geblazen’. Hierdoor kunnen ze van
het ene op het andere moment van zoet water in zout water terechtkomen.
Een overgang die bij deze vissen heel geleidelijk moet gebeuren. Want
hoewel zalmen en zeeforellen ook in zeewater kunnen leven, moeten in het
lichaam enkele processen worden ‘omgeschakeld’ zodat de vissen niet teveel
vocht verliezen. Een aantal vissen zal de stress van de abrupte overgang
niet overleven of valt gemakkelijker ten prooi aan zeebaarzen, grote zeeforellen
of de massaal aanwezige aalscholvers. Ditzelfde lot treft ook vele schieralen.”
Door waterkrachtcentrale verminkte aal - Foto: L.
Spronck
Protesten
Als reguliere hoofdafvoer van rivierwater blijkt de monding
van het Haringvliet uit ecologisch oogpunt ongeschikt. Er komen nogal
wat protesten uit het buitenland tegen het feit dat we niet voldoen aan
de internationale afspraken. Wanneer we met een veel beter alternatief
komen voor de gebrekkige Kier, dan zullen zij dat zeker toejuichen. Nederland
dient aan haar internationale verplichtingen te voldoen, waardoor alle
investeringen, die in het verleden gedaan zijn ter verbetering van het
milieu van de stroomgebieden van de grote rivieren, niet vergeefs zijn
geweest. Ook in ons land zijn er tal van maatregelen genomen voor rivier-
en beekherstel.
Terugkeer en grootschalig herstel van populaties van migrerende vissen,
waaronder de zalm, wordt bepaald door de inrichting van de delta. Herstel
van de trekvispopulaties is geheel afhankelijk van het wegnemen van de
resterende hindernissen en het creëren van permanent open verbindingen
met zee. Dat het experiment de Kier hieraan niet voldeed is inmiddels
duidelijk. Geleidelijke en duurzame overgangen van zout naar zoet zijn
hiervoor vereist. Zowel de in- als uittrekkende vissen hebben meestal
een gewenningsperiode van enkele weken nodig, waarbij in het lichaam grote
veranderingen plaatsvinden om zich aan te passen aan een geheel ander
milieu. In plaats dat men vanuit de zeezijde gestart is met het `openen
van de deur´, wordt dit uiteindelijk de laatste handeling van het herstelproces
van de stroomgebieden.
Op 19 april 2011 vindt hierover overleg plaats met visdeskundigen van
de internationale commissies voor Rijn en Maas en in mei met de Europese
Commissie.
Gemalen vis en bellenbarrières
Elke stuw is een barrière voor migrerende vissoorten, maar
een stuw met een waterkrachtcentrale is funest. Stroomopwaarts trekkende
vissen hebben de grootste moeite om te midden van de krachtige uitstroom
van de turbines de kleine vistrap te vinden en bijna alle zich stroomafwaarts
bewegende vissen komen in de sneldraaiende turbines terecht. Ook de zalmen
op weg naar hun paaigronden of op weg naar zee zullen hier het slachtoffer
van worden. Wij raden dan ook waterkrachtcentrales, zoals wordt voorgesteld
bij Borgharen, de Afsluitdijk of in de Brouwersdam, met klem af.
Een harde scheiding tussen zoet en zout, zoals momenteel met bellenschermen
in de Stevinsluizen wordt uitgeprobeerd om mogelijk toe te passen bij
de Volkeraksluizen, is eveneens desastreus. Vissen kunnen zich niet tijdig
fysiologisch aanpassen en sterven. De bellenschermen waarmee wordt geëxperimenteerd,
worden elders juist gebruikt om vispassage te voorkomen.
Verminkte jonge zalm ten gevolge van turbinepassage - Foto: L. Spronck
Planvorming herstel visstand
De staatssecretarissen Atsma en Bleker staan achter het
terugdraaien van de Kier en zijn voorstander van enige bedenktijd. Ze
hebben beloofd om vóór de zomer met mogelijke alternatieven te komen.
In het jaar 2011 zal het Nationaal Kader Kust worden vastgesteld, komen
de Provinciale Visies tot stand en wordt gestart met de Nationale Visie.
De toekomstige inrichting van de Zuidwestelijke Delta bepaalt grotendeels
de toekomst voor visserij en schelpdiercultures. Zolang er nog geen definitief
besluit is genomen over de toekomst van de Grevelingen en het Volkerak-Zoommeer
is er nog veel mogelijk.
Als adviesgroep integraal waterbeheer, zien wij mogelijkheden om deze
internationale doelstellingen te bereiken. In onze artikelen `Ecologisch
herstel van de Nederlandse delta´ en `Een inrichting voor de
Grevelingen´ gaven wij hiervoor suggesties. Hierbij wordt voorgesteld
het stromingsregiem drastisch te wijzigen, zodat de hoofdstroom van het
rivierwater via een grote S-bocht door de Oosterschelde naar zee gaat.
De Haringvlietsluizen worden hierbij slechts als noodspui ingezet om bij
extreem hoge afvoeren het teveel aan rivierwater snel in zee te kunnen
lozen.
Harinvlietsluizen Bron: Beeldbank RWS
In het komende Deltaprogramma worden plannen ontwikkeld voor een klimaatbestendig Nederland. Bij het waterbeheer zijn tot nu toe vooral zoetwatervoorziening, waterveiligheid en landbouw de sturende factoren geweest. De rivieren zijn veranderd van open riolen in schone wateren. Het rivierwater mag weer door de deltawateren stromen. De tijd is rijp is om bij de inrichting van de delta ook de ecologische belangen te integreren. De huidige achteruitgang van de kwaliteit van de deltawateren en van de visstand dient gekeerd te worden. Visserijorganisaties zouden in de komende weken voor hun belangen op moeten komen en bij de politiek aansturen op een inrichting met doorstroming en open verbindingen.
Adviesgroep Borm & Huijgens - integraal waterbeheer maart 2011
Met dank aan F. Moquette voor de informatie en aan L. Spronck voor de
foto´s.
Aanvulling:
Eind juni 2011 kiest het kabinet onder druk van de buurlanden
alsnog voor het Kierbesluit om schadeclaims en processen te voorkomen.
Volgens de staatssecretaris is er geen alternatief voor de Kier. Voorwaarde
bij het Kierbesluit is wel dat eerst de zoetwatervoorziening overal gegarandeerd
moet zijn en dat duurt nog wel even. Op zijn vroegst is dat eind 2014.
We mogen dan ook aannemen dat pas in 2015 of later de Kier in werking
zal zijn. Worden in dat jaar ook niet de cruciale beslissingen voor het
landelijk waterbeheer genomen?
Om bij de agrariërs meer draagvlak voor het Kierbesluit te krijgen, zijn
de resterende Deltanatuurprojecten maar geschrapt. Reeds verworven gronden
kunnen meteen als wisselgeld gebruikt worden wanneer er landbouwgrond
nodig is bij maatregelen voor herziening van de zoetwatervoorziening.
Bij minder dan 1500 m³/sec afvoer gaan de Haringvlietsluizen altijd dicht.
Het belang van zoet water gaat vóór vismigratie. We voldoen graag aan
de Europese eisen, maar aan het onmogelijke is niemand gehouden. Dit betekent
dat voor het voorjaar 2011 vanaf 10 maart tot eind juni de zaak potdicht
gezeten zou hebben. Wat de gevolgen van dergelijke langdurige verstoringen
zijn voor het milieu en voor de levenscycli van de diverse trekvissen
laat zich raden. Het opnieuw van kracht laten zijn van het Kierbesluit
is dan ook allesbehalve een ecologische maatregel. Met enige zeespiegelstijging
wordt de zaak nog minder rooskleurig. Het lijkt er eerder op dat Nederland
hiermee zélf voor het onmogelijke kiest. Daarnaast gaan de `visriolen´
bij de sluizen definitief dicht en is getemd getij van de baan.
Enfin, de claims en boetes en zijn voorlopig even afgezworen en het lijkt dat we ons aan de internationale afspraken houden. We hoeven ons voorlopig nog niet te verantwoorden voor het Europese Hof van Justitie. Het is de vraag hoe snel de milieuorganisaties en de Europese Unie beseffen dat hier een Pyrrusoverwinning behaald is. Van een zinvolle invulling of samenhangende planvorming is geen sprake. Het Kierbesluit kost alleen maar geld en draagt niet bij aan de ecologische waarden. Ze vormt de zoveelste hindernis op de nog af te leggen route naar integraal waterbeheer.
Adviesgroep B&H - juli 2011
Meer informatie vindt u onder de rubriek Zuidwestelijke Delta
in het artikel `Is het experiment de Kier achterhaald?´.
Summary Without the Kier good opportunities for fish migration The Netherlands should fulfil the international obligations and
garantee the use of allready made objects to realise fish migration
on the artificial barriers in the large rivers. Return of fish migration
on a large scale, still depends of a permanent open connection with
the sea. Under all circumstances the Haringvlietsluizen are a bottleneck
for fish migration, because this barrier is hardly to pass through.
The outflow is usually too strong for free passage. During the delay
and after the passage, many salmons and sea trout’s die by numerous
of predator fish and cormorants.
At August 16, 2011 the State Secretary of Infrastructure and Environment,
on behalf of the State Secretary of Economic Affairs, Agriculture
and Innovation, refuses to consider an open connection between Haringvliet
and Grevelingen. In this proposal fresh and salt water would mix
under the influence of tidal and provide the ideal conditions for
fish migration.
|
Samenvatting Zonder de Kier toch uitstekende kansen voor de trekvis Om alle investeringen in de passeerbaarheid van kunstwerken in
de grote rivieren rendabel te laten zijn, dient Nederland aan haar
internationale verplichtingen voor vismigratie te voldoen. Grootschalige
terugkeer van migrerende vissen is nu nog alleen afhankelijk van
een permanent open verbinding met zee.
Om schadeclaims en processen te voorkomen kiest het Nederlands kabinet eind juni 2011 alsnog tot herinvoering van het Kierbesluit. Dit is geen ecologisch besluit. Hiermee kiest Nederland voor het onmogelijke. Het is de vraag hoe snel de milieuorganisaties en de Europese Unie dit beseffen.
|