NATIONALE WATERVEILIGHEID
De `Open brief nationale waterveiligheid´ (12/09/10)
is een oproep aan betrokken instanties om hun verantwoordelijkheid te
nemen ten aanzien van de nationale waterveiligheid.
Aan:
Het Directoraat Generaal Water
De staf van de Deltacommissaris
De Ministeriële Stuurgroep Deltaprogramma
Vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat
De Adviescommissie Water
De Onderzoeksraad voor Veiligheid
De Unie van Waterschappen
De Stuurgroep Zuidwestelijke Delta
LTO Nederland
De Nederlandse Vereniging van Rentmeesters
De politieke partijen van Nederland
Stichting de Levende Delta
Stichting Verantwoord Beheer IJsselmeer
De Deltavereniging i.o.
Onderwerp: NATIONALE WATERVEILIGHEID
Etten-Leur, 12 september 2010,
Geacht bestuur, mijnheer, mevrouw,
De meest ingrijpende rampen in de Lage Landen zijn watersnoodrampen.
Als reactie op de ramp van ´53 kwamen de Deltawerken, gericht op bescherming
tegen de zee. De aanleg de Maeslantkering in de Nieuwe Waterweg vormde
hiervan het sluitstuk. Gelijktijdig maakten kritieke hoogwaterstanden
van de rivieren duidelijk dat gevaar voor overstroming ook van de andere
zijde kan komen. Nederland is als lage delta extra kwetsbaar. Tot nu toe
zijn we de dans ontsprongen, maar de urgentie tot maatregelen blijkt uit
de aanhoudende berichtgeving over overstromingen, met name in West-Europa.
Klimaatverandering en menselijk handelen hebben meer invloed op het gedrag
van de rivieren dan op de zeespiegel.
“Nederland moet niet wachten op de volgende watersnoodramp, maar nu
met daadkracht gezamenlijk, vanuit een cultuurhistorisch besef, optreden
tegen de klimaateffecten.”
Dit is de belangrijkste uitkomst van het symposium ‘Waterrijk Nederland
vijftig jaar na nu’, dat de Nederlandse Vereniging van Rentmeesters op
11 november 2009 in Utrecht organiseerde. Naast onze trots op bereikte
resultaten op waterstaatkundig gebied, dienen we de werkelijkheid onder
ogen te zien en maatregelen te nemen.
Oorzaken en risico´s
Bij rivierwateroverlast komt het water via onze buurlanden versneld het
land binnenstromen. Met de realisatie van de projecten van Ruimte voor
de Rivier wordt de doorstroming in het Nederlandse riviertraject eveneens
versneld. Er zijn plannen ontwikkeld om bij extreem hoge rivierafvoeren
het Rijnmondgebied af te sluiten. Het vele water stroomt dan richting
Hollandsch Diep. De Zuidwestelijke Delta is hier niet op berekend door
onvoldoende inzet van de ruimte voor tijdelijke rivierwateropvang en de
nog beperkte spuicapaciteit. Het benedenrivierengebied komt door het ophopende
water fors in de problemen.
De faalkans bij sluiting van de Maeslantkering is momenteel 1 op 100.
De hoogte van deze kering is niet berekend op zeespiegelstijging. De Maeslantkering
is bestand tegen waterdruk vanuit zee. Vanaf de andere zijde kan ze door
het rivierwater `uit de kom´ gerukt worden. Er is bij sluiting geen ruimte
voor het geblokkeerde rivierwater. Het moment nadert dat de Maeslantkering
niet meer aan de minimale veiligheidseisen voldoet. Een watersnoodramp
in de Randstad kan onze maatschappij geheel ontwrichten.
Om zoutindringing via de Nieuwe Waterweg tegen te gaan is continue 1500
m³/sec zoet water nodig. We verliezen hiermee 40% van de totale zoetwateraanvoer.
Volgens Rijkswaterstaat neemt de zomeraanvoer via de Rijn in deze eeuw
af van 1700 m³/sec naar 700 m³/sec. Een open Nieuwe Waterweg is kostbaar
en niet lang meer te handhaven.
Maatregelen Nieuwe Waterweg
Evacuatie van de Randstad bij watersnood is geen optie. Er zou een noodplan
moeten komen voor de Nieuwe Waterweg. Materiaal en materieel kunnen in
stelling worden gebracht om indien nodig de vaarweg met een dam te blokkeren.
Een definitieve oplossing voor de waterveiligheid, zoals een afsluiting
met zeesluizen, met hydraulische schuiven of op andere wijze, is spoedig
gewenst. Zodra er een extra afsluiting is, mogen de faalkans van de Maeslantkering
en die van de nieuwe afsluiting met elkaar vermenigvuldigd worden. Dit
product geeft een zeer hoge veiligheidsfactor. Hiermee komt tevens voldoende
zoet water beschikbaar om de hoofddoelen van het Nationaal Waterplan te
kunnen verwezenlijken.
Planvorming Zuidwestelijke Delta onvoldoende
Projecten die het `binnenhalen´ van de zee bevorderen lossen niets op,
maar werken probleemvergrotend. Illustratief is de voorgenomen verzilting
van het Volkerak –Zoommeer. Deze symptoombestrijding van blauwalgen vernietigt
een belangrijke zoetwatervoorraad, werkt de verzilting van West-Brabant
in de hand, sluit kansen uit voor estuariene dynamiek en levert geen wezenlijke
bijdrage aan tijdelijke rivierwateropvang.
Het essay `Toekomstbeeld Zuidwestelijke Delta 2050´ is niet meer dan een
eerste verkenning in de ideeënsfeer en het ontwerp-uitvoeringsprogramma
Zuidwestelijke Delta `Veilig Veerkrachtig Vitaal` introduceert zeven geheel
verschillende gebiedsprogramma´s, die alle nog in ontwikkeling zijn.
De cruciale rol die de inrichting van de Zuidwestelijke Delta moet gaan
spelen voor de nationale waterveiligheid is onderbelicht en onvoldoende
uitgewerkt.
“Een bestuurlijke verkenning door het VU Athena Instituut bracht aan
het licht dat bestaande initiatieven die gericht zijn op het (gedeeltelijke)
herstel van de estuariene dynamiek, zoals het programma ‘Delta in Zicht’
en pilots rond het Volkerak-Zoommeer, onvoldoende van de grond komen omdat
zij een nationale context missen over zoet- en zoutwaterbeheer. Het procesdeel
van het concept is primair bedoeld om een impuls te geven aan het afstemmen
van locale initiatieven met het regionale en landelijke beleid. Voorgesteld
wordt om een integraal en nationaal georiënteerd programma in te richten
dat zich richt op de interactie tussen zoet en zout water(beheer), waarbij
betrokken partijen samenwerken en waardoor de regionale visies en lokale
projecten commitment, sturing en een meerjarenperspectief krijgen.”
(bron: InnovatieNetwerk, Werkprogramma 2009).
Er is nu nog sprake van papieren producten in de vorm van inrichtingssuggesties en onderzoeken. Het cumulatieve effect op andere projecten, dat ontstaat bij het vasthouden van foute keuzes, zal leiden tot kapitaalvernietiging, onveiligheid en milieuschade. Negatieve publiciteit in de media tast vervolgens de geloofwaardigheid van de overheid aan.
Gezien de financiële beperkingen in een tijd van economische
recessie zal de politiek geen groen licht kunnen geven aan planvorming
waarvan het rendement wordt betwijfeld. Het is niet wenselijk dat tal
van projecten gerealiseerd worden, waarna de overheid alsnog aan haar
verplichtingen moet voldoen.
Regionale planvorming dient te passen in een landelijk raamwerk en getoetst
te worden op de hoofddoelstellingen. Relevante inrichtingssuggesties kunnen
vervolgens objectief worden vergeleken, voordat er keuzes worden gemaakt.
Op waterveiligheid mag niet bezuinigd worden. Waterveiligheid staat de
komende periode bovenaan op de politieke agenda.
Zowel het overstromingsrisico voor de Randstad als het niet voorbereid
zijn van de Zuidwestelijke Delta op de maatgevende afvoer van de rivieren,
vragen om effectief handelen.
Waterveiligheid, zoetwatervoorziening
en estuariene dynamiek.
Waterveiligheid ontstaat door maximale rivierwaterberging en spuimogelijkheden
in zee, door dijkversterking en een korte primaire zeewering.
Zoetwatervoorziening is gebaat bij het behoud van zoetwatervoorraden en
het beperken van grootschalig zoetwaterverlies.
Estuariene dynamiek ontwikkelt zich bij een permanent open verbinding
tussen zee en rivieren, waarbij een geleidelijke en stabiele overgang
van zout naar zoet is gewaarborgd door de trajectlengte van de afstroomroute
en de regulatiemogelijkheden.
Naast deze drie landelijke wateropgaven, behoren de toenemende rivieropwaartse invloed van de zee en de verzilting te worden bestreden. Bovendien dient men rekening te houden met extremen in rivierafvoer.
Een doelgerichte landelijke aanpak
De wateropgaven en de randvoorwaarden beperken de keuzes voor een integrale
oplossing. Om u te tonen dat wij binnen de marges toch een mogelijkheid
zien voor een klimaatbestendig Nederland, zenden wij u in de bijlage een
landelijke inrichtingssuggestie met een korte toelichting. Deze globale
kaart kan als basis dienen voor een nader uit te werken plan, dat gestalte
gaat geven aan de landelijke wateropgaven.
Voor meer informatie en onderbouwing verwijzen wij u naar onze website:
www.adviesgroepbormenhuijgens.nl.
Met waterveiligheid valt niet te marchanderen. In opdracht
van de Ministeriele Stuurgroep Deltaprogramma dient Nederland zodanig
ingericht te worden dat waterveiligheid en zoetwatervoorziening duurzaam
gewaarborgd blijven. Zelfs al zouden er te weinig middelen beschikbaar
zijn en ontbreekt het aan draagvlak, dan nog adviseren wij u om wat betreft
de huidige risico´s aan de bel te trekken en sturing te geven aan de processen
en planvorming op het gebied van waterveiligheid.
Het nieuwe kabinet, dat zich eveneens gaat richten op waterveiligheid
bij het vaststellen van het Deltaprogramma, de Deltawet en het Nationaal
Waterplan, behoort goed en deskundig geadviseerd te worden.
Wij vertrouwen er op dat dit schrijven hieraan een bijdrage zal leveren
en vragen u erop toe te zien dat voor de nationale waterveiligheid de
juiste keuzes worden gemaakt.
Met vriendelijke groet,
Adviesgroep Borm & Huijgens - Integraal waterbeheer
W.J. Borm
Bijlage 1:
Toekomstbeeld klimaatbestendig Nederland
Toelichting bij afbeelding `Toekomstbeeld klimaatbestendig Nederland´
Het land binnenstromende Rijnwater wordt bij Pannerden verdeeld richting IJsselmeer en de Zuidwestelijke Delta. Dit regelpunt is aangegeven met `flipper`.
Bij het inrichtingsvoorstel is het van wezenlijk belang dat het zoete water op de eindtrajecten via verlengde routes naar zee stroomt. Hierdoor komt, zowel voor de Zuidwestelijke Delta als bij de Afsluitdijk, de zee relatief verder weg te liggen. Zo wordt de rivieropwaartse invloed van de zee terug gedrongen, wordt verzilting tegen gegaan en is het behoud van de zoetwatervoorraden mogelijk.
Afsluiting van de Nieuwe Waterweg is noodzakelijk. Deze beschermt de Randstad en stelt voldoende zoet water beschikbaar voor het behalen van de nationale wateropgaven. Dit krijgt gestalte in de herijking van de landelijke zoetwaterverdeling. Het Rijnmondgebied kan zo nodig lozen via spuisluizen.
Herstel van estuariene dynamiek geeft een enorme impuls aan de West-Europese
natuur en doorstroming maakt de deltawateren weer gezond .
Zowel de overgang van zout naar zoet als de mate waarin de Oosterschelde
iets verzoet zijn reguleerbaar middels doorlaatkribben en de spuisluizen.
Dit garandeert stabiele en tevens dynamische natuurontwikkeling.
Een teveel aan zoet water kan afgevoerd worden via de Nieuwe Waterweg
en door tijdelijke verhoging van de mate van doorspoeling van het Volkerak-Zoommeer.
Ook de Haringvlietsluizen kunnen desgewenst overtollig water spuien.
Bij ernstig zoetwatertekort wordt er niet of nauwelijks gespuid en is de doorstroming minimaal. De verlengde routes geven een lagere stroomsnelheid en een hoger rivierpeil dan onder de huidige omstandigheden.
Bij extreem hoge rivierafvoeren wordt het Rijnmondgebied afgesloten en
gaat al het water naar het Hollandsch Diep. Om hier stagnatie te voorkomen
zijn alle deltawateren, nog met uitzondering van de Westerschelde, opgenomen
in de noodberging. De verlengde route garandeert langer doorstroming van
het Hollandsch Diep. Zodra het zeeniveau het toelaat, zijn er vier spuimogelijkheden
inzetbaar. Bij de Afsluitdijk worden hiervoor de bestaande spuisluizen
gebruikt. Voorspuien is een middel om de tijdelijke bergingscapaciteit
extra te vergroten.
In het verlengde van de genoemde maatregelen zijn op termijn uitbreiding
van de bergingscapaciteit en verlenging van de afstroomroute mogelijk.
Dit door middel van een Zuidbekken in zee, in combinatie met de aanleg
van een nieuwe stormvloedkering en een uitbreiding van de Europoort. Het
ontwikkelen in samenhang met de natuurlijke processen, zoals het ontstaan
van de Voordelta en de zeespiegelstijging, is kiezen voor duurzaamheid.
Het inrichtingsvoorstel Borm & Huijgens is gebaseerd op de adviezen
van de Commissie Veerman en gerelateerd aan onder meer Plan Beaufort (Gé
Beaufort), de Haakse Zeedijk (Adviesgroep Haak & Stokman), een Afsluitbaar
Open Rijnmond (T. Reijken - TU Delft) en de Mooiste en Veiligste Delta
(RWS Min. V&W i.s.m. Deltares).
Summary Despite the complex water management of the Netherlands and the
expected problems due to the climate changes, a national infrastructure
proposal is included, which shows that there are possibilities to
create a climate resistant country within the available limited
ranges. |
Samenvatting |