Nederland moet zoet water vast
gaan houden
Hoe kan er gebrek zijn aan zoet water in Nederland, in het mondingsgebied van grote rivieren? Zelfs de jaarlijkse neerslag is al genoeg om Nederland van voldoende zoet water te voorzien en daar komt nog de veel grotere aanvoer van de rivieren bij.
Ondanks die overvloed aan zoet water slaagt Nederland er tot nu toe niet in om met een gezond waterbeleid problemen te voorkomen. De urgentste en ingrijpendste waterproblemen vormen de verzilting van het grondwater en zoetwatertekorten in droge periodes.
Het meeste zoete water passeert Nederland ongebruikt.
Een open Nieuwe Waterweg houdt het landelijk zoetwaterbeheer in een knellende
greep. Daar gaat om tegendruk te geven aan binnendringend zout het meeste
zoete water verloren.
Op vrijwel alle hoge zandgronden is er een negatieve grondwaterbalans.
Deze onbalans ontstaat doordat er meer water onttrokken wordt dan op natuurlijke
wijze aangevuld. Daarbij wordt een tijdelijk teveel aan neerslag op veel
plaatsen te snel afgevoerd. De keuzes voor lozing in zee, voor zoute meren,
voor overexploitatie van het grondwater en belemmering van herstel veroorzaken
de toenemende zoetwaterproblemen.
Dit alles maakt van de Nederlandse overheid een van de grootste zoetwaterverspillers ter wereld. Ook wat betreft de CO2- doelen, de stikstofaanpak en de waterkwaliteit scoort Nederland sterk onder de maat. Daarnaast verbruiken we bovengemiddeld veel olie en gas en is Nederland een van de slechts presterende landen qua duurzaamheid. Door uitstel lopen we tientallen jaren achter. In plaats van ons voor te doen als waterspecialisten met een klimaatbewuste moraal, zouden we de realiteit onder ogen moeten zien.
In 1968 gaf Garrett Hardin in ‘The tragedy of the Commons’
aan dat het nastreven van eigenbelang funest is voor het collectief. Vooral
het geloof in de grenzeloze gulheid van de aarde leidde op tal van gebieden
tot overexploitatie. Het rapport van de Club van Rome ‘Grenzen aan de
groei’ benadrukte dit in 1972. De draagkracht van de aarde is immers eindig.
De groei van de wereldbevolking dient te worden afgeremd en de individuele
‘watervoetafdruk’ verminderd.
Ter informatie: Het gemiddelde zoetwaterverbruik van een Nederlander is
2,3 miljoen liter per jaar en ligt voor 89 % in het buitenland, ook landen
met waterschaarste (bron: Arjen Hoekstra, National Geographic, 2010).
Zie voor de Nederlandse situatie de Nieuwsuurrapportage
van 30-9-2020 “De verdroging van Nederland is vooral een keuze” en luister
naar het interview van reporter-radio.
De gevolgen van ingrepen in ons landschap zijn vaak niet of niet goed ingeschat. Ongewild brachten we de helft van ons land beneden zeeniveau, waardoor zeegaten ontstonden en verzilting aanving. Als we hier bij zeespiegelstijging nog willen blijven wonen, moeten we forse maatregelen gaan nemen. Waterveiligheid, noodberging, zoetwatervoorziening en overige belangen dienen samen te gaan.
Daarbij dient het water op alle fronten sturend en samenhangend te zijn. Regionale en sectorale keuzes zijn hieraan ondergeschikt en mogen zo mogelijk meeliften. Dat behoort te gelden voor de Omgevingswet, de NOVI, het Deltaprogramma, de natuurbescherming en noem maar op. Bij water hangt nu eenmaal alles met alles samen en zijn er geen grenzen.
Klik hier voor het artikel.
Dat het groeiend probleem van watertekorten al generaties lang gesignaleerd wordt, maakt Louis van der Kallen duidelijk in het artikel 'Droogte'.
Van de hand van René Didde is het boek 'Nederland Droogteland' uit 2021 dat de vinger op de zere plek legt: ISBN 978 90 8803 120 5