Men had bij aanleg van de Deltawerken gerekend op 20 cm zeespiegelstijging per eeuw. Door een snellere stijging zullen nog deze eeuw zowel de Oosterscheldekering, de Haringvlietsluizen als de Maeslantkering onbruikbaar worden. Van de waterveiligheid die de Deltawerken bieden zal weinig resteren. De noodzaak van afsluiting van Westerschelde en Nieuwe Waterweg is urgent en de nationale noodberging voor rivierwater is nu al veel te ontoereikend. Voor klimaatbestendigheid wordt de roep om een tweede kustlijn of een Dijk-in-Zee (Haakse Zeedijk) steeds luider.
In een interview in 2017 zegt ingenieur Frank Spaargaren:
“We staan weer voor dezelfde ingrijpende keuzes als zestig jaar
geleden. Door het stijgen van de zeespiegel zijn we weer terug bij af.”
Er zijn diverse voorstellen gedaan om de kust te beschermen met eilanden.
Onder meer Balance Islands, Tulpeneiland, Vlaamse Baaien 2100 en Emergo-eilanden.
Allemaal projecten die de huidige kust meer in de luwte leggen. Ze houden
de nadelen van zeespiegelstijging, zoals extra verzilting en stijging
van de rivierpeilen, echter niet tegen.
Een radicale oplossing
Maak voor de kust opslagbekkens, behoud hierin het huidige
zeepeil en laat onze rivieren er in uitstromen.
Schematische weergave van een Dijk-in-Zee (Haakse Zeedijk)
Samenwerken met de ondiepe en zandige bodem van de Noordzee en de zandaanvoerende
stromingen vormt de basis van deze nieuwe kustlijn.
De Haakse Zeedijk is een duurzame klimaatbestendige
totaaloplossing.
Een kilometers brede dijk in zee, die een aantal bekkens omsluit, waarin
het peil rond 0 NAP gehandhaafd blijft, biedt rivierwaterberging, beschermt
de kust, gaat de verzilting tegen, garandeert de zoetwatervoorziening,
handhaaft de bestaande waterinfrastructuur, schept veilige binnenkustvaart,
geeft de havens een betere concurrentiepositie, biedt het vrachtverkeer
nieuwe doorvoerroutes en geeft extra ruimte aan infrastructuur, natuur
en recreatie.
Het rivierwater stroomt via openstaande afsluitbare
keringen vrij naar de bekkens.
Deze eeuw handhaven spuisluizen het niveau van de bekkens.
De infrastructuur van Nederland hoeft niet te worden aangepast aan de
zeespiegelstijging.
Schepen varen vrij naar de zeedijk om daar eenmalig te schutten.
De Maasvlakte en Europoort blijven voorlopig in open verbinding met
zee.
Drijvende golfdempers bevorderen zandaanwas en voorkomen afslag van
de nieuwe kustlijn.
Stap 1:
Urgent zijn de aanleg van een Westerscheldedam en zeesluizen voor de
Nieuwe Waterweg.
Met een Westerscheldedam wordt het Scheldebekken waterveilig en fungeert
de Westerschelde als noodberging voor de Schelde. De schutsluizen van
de meeste havens, dokken en kanalen kunnen daar al open gezet worden.
Zeesluizen voor de Nieuwe Waterweg zorgen voor verhoogde waterveiligheid
in de Randstad, voorkomen grootschalig zoetwaterverlies en maken een
herijking van de landelijke zoetwaterverdeling mogelijk. Rivierwater
mag weer naar het Zuidwesten stromen.
Stap 2:
Een Zuidbekken (van Walcheren tot Hoek van Holland) is in staat om gedurende
een stormopzetduur van 40 uur een extreem hoge afvoer van 20.000 m3/s
op te vangen, waarna weer lozing op zee kan plaatsvinden.
De huidige Oosterscheldekering en Haringvlietsluizen kunnen hierbij
behouden blijven.
De reeds bestaande dammen en keringen geven met het Zuidbekken een dubbele
waterveiligheid en beschermen de zoetwatervoorraden.
Het gebied ten oosten van de zeedijk is vrijwel geheel vrij van schutten.
Stap 3:
Na 2 meter zeespiegelstijging wordt spuien in de volgende eeuw praktisch
onmogelijk.
Vóór die tijd is het noodzakelijk uit te breiden met een Vlaams bekken
en een Noordbekken en de nationale noodberging tevens te voorzien van
voldoende grote pompgemalen.
Gezamenlijk hebben de vier bekkens een bergingcapaciteit voor een gehele
periode van extreem hoge afvoer.
De nieuwe sluizen bij IJmuiden blijven in stand.
Een Noordbekken is eveneens nodig voor toekomstige afwatering van het
IJsselmeer via een kanaal bij Den Helder.
Nu is het rivierwater nog te spuien, maar in de komende eeuwen zullen
de gezamenlijke bekkens over een pompcapaciteit van enkele duizenden
m3/s moeten beschikken. Dat uiteindelijke vermogen zal hoger zijn dan
de gemiddelde hoge rivierafvoeren. Hoe groter het bergingsvermogen,
des te beter kunnen calamiteiten worden opgevangen.
Vergelijken en afwegen
Op dinsdag 24 april 2018 is door de Tweede Kamer een
motie aangenomen om de impact van een zeespiegelstijging van 1,8 meter
op de brede welvaart in Nederland in kaart brengen. Daarmee lijkt er
meer lange termijn planning in het Deltaprogramma te komen.
De huidige plannen om windturbineparken in zee te bouwen
kunnen beter op de tweede kustlijn geplaatst worden met 25 m kortere
palen en een lichtere fundatie. Eilanden hiervoor zouden nu al op de
plaats van de toekomstige zeedijk (tot 25 km buiten de kust) opgespoten
kunnen worden.
Een vliegveld in zee is al vele malen geopperd en hiermee te combineren.
Zolang er nog geen sprake is van een Midbekken, zijn zowel de eilanden
als de ‘aanbouw’ in zee van zeesluizen voor de Nieuwe Waterweg en Maasvlakte/Europoort
al met drijvende golfdempers te beschermen.
De Haakse Zeedijk kost naar schatting zo’n 0,6 miljard
euro per jaar, terwijl een overstroming een schade van 1000 miljard
euro kan geven.
Een degelijke MKBA (maatschappelijke kosten- en batenanalyse) geeft
meer duidelijkheid over duurzaamheid en rendabiliteit van deze in onze
ogen meer dan noodzakelijke ingreep.