waterveiligheid?
De overheid was genoeg gewaarschuwd, maar na de Watersnoodramp mocht niemand zich afvragen wie er verantwoordelijk was voor de zwakke dijken en voor het gebrek aan coördinatie. Inmiddels zijn de waterschappen gefuseerd, is er een Unie van Waterschappen en een Adviescommissie Water, beschikken we over het Deltafonds en staat de Deltacommissaris aan het roer. Dat zou een veilig gevoel moeten geven, maar willen we het hoofd boven water houden, dan behoort het Deltaprogramma toch nog van koers te veranderen.
Het samensmelten van regionale deelplannen leidde
niet tot het gewenste integrale totaalplan dat Nederland waterveiligheid
en zoetwatervoorziening kan garanderen.
Toch stemt het kabinet jaarlijks in met de voortgangsrapportage van
het Deltaprogramma dat op Prinsjesdag aan de miljoenennota wordt toegevoegd
en zo steekt de politiek langzaam haar hoofd in de strop. Vorig jaar
is er al op gewezen dat het Deltaprogramma 2014 risicovol en miljardenverslindend
is en met de komende deltabeslissingen lijkt dit naderend onheil haast
onafwendbaar.
De Deltawerken zijn vooral kustlijnverkortende maatregelen. Het zeegat Westerschelde en de Nieuwe Waterweg bleven open en vormen de oorzaak van de huidige waterveiligheidsproblemen vanuit zee.
Kustlijnverkorting wordt niet afgerond
Nederland wordt beschermd tegen stormvloed en behoed
voor grootschalige verzilting door de kustlijnverkortende dammen van
de Zuiderzeewerken en de Deltawerken.
Het nog niet afgesloten zeegat Westerschelde ondermijnt de stad Antwerpen
en geeft een onaanvaardbaar hoog overstromingsrisico van het Scheldebekken
van 1/70 per jaar. Een waterkering met sluizen is hier de juiste oplossing.
Een open Nieuwe Waterweg veroorzaakt een risicovolle situatie voor
de Randstad, toenemende verzilting en een grootschalig nationaal zoetwaterverlies.
Met aanvullende kunstwerken is de kustlijn te sluiten, verdwijnen
de problemen en verbetert de concurrentiepositie van de grote logistieke
havencomplexen.
Bij dreigende zee is een sterke en afsluitbare kust onmisbaar, maar
het Deltaprogramma gaat nog altijd niet voor voltooiing van de kustlijnverkorting.
Gestart met eindeloze zandsuppleties
Sinds een halve eeuw is de kustafslag groter dan de
aanwas. Dit noodzaakt tot extra bescherming. De hiervoor aangevangen
zandsuppleties verstoren niet alleen het milieu, ze voldoen niet aan
de veiligheidsnormen en vragen in toenemende mate om gigantische hoeveelheden
zand.
Drijvende golfdempers daarentegen reduceren de vernietigende kracht
van hoge golven en bevorderen met de natuurlijke processen de kustaanwas.
Ze zijn veel goedkoper en bij voorrang in te zetten op de meest urgente
plekken.
Ondanks de aantoonbare kwetsbaarheid van zandsuppleties, kiest het
huidige Deltaprogramma niet voor een effectieve wijze van kustbescherming.
Dordrecht en Randstad geraken in gevarenzone
Rivieroverstromingen als gevolg van zware regenval
komen in West-Europa steeds vaker voor. Puur toeval dat ons nog niets
is overkomen.
De Randstad ligt laag en heeft geen waterbergend vermogen. De oostkant
moet worden beschermd tegen de hogere waterstanden die men in de toekomst
verwacht.
Bij gesloten zeekeringen en hoge rivierafvoer kan het water geen kant
op.
Alleen al om Zuid-Holland Zuid onder de huidige omstandigheden in
de komende vijftig jaar te beschermen tegen overstromingen is 6 tot
8 miljard euro nodig. Juist voor het Rijnmond-Drechtstedengebied is
het van levensbelang dat zee en rivieren elkaar niet hier ontmoeten,
maar dat het omslagpunt door routeverlenging richting zee opschuift
naar de Grevelingen.
Dit is mogelijk in combinatie met een ruime integrale noodberging
in de vier (voormalige) zeegaten, gelegen tussen de Deltadammen. Mocht
de capaciteit van deze nationale noodberging op termijn onvoldoende
blijken, dan valt alsnog de aanleg van een extra bekken in zee te
overwegen.
Het Schelde-Rijn-kanaal en de zoetwatervoorraad kunnen hierbij behouden
blijven, maar het Deltaprogramma bestemt het Volkerak-Zoommeer als
verziltingproject en als noodberging.
Verzilting is echter ongewenst en de berging te klein en te kwetsbaar.
Waarom worden er voor waterveiligheid geen betere maatregelen genomen?
Zoetwatervoorziening komt in de problemen
Voor zover we weten heeft de geplande herijking van
de landelijke zoetwaterverdeling (2009-2015) niet plaatsgevonden.
Deze behoorde de verziltingproblemen en zoetwatertekorten te minimaliseren.
Zolang de Nieuwe Waterweg niet gesloten is, zal het garanderen van
de waterveiligheid en van voldoende zoet water op termijn problematisch
worden. Met het beëindigen van het grootschalig zoetwaterverlies zijn
grote delen van West Nederland niet langer afhankelijk van de inlaatpunten
Gouda en Bernisse. De verouderde afvoerverdeling van de grote rivieren
wordt nog altijd door het Deltaprogramma als uitgangspunt gehanteerd.Door
waterloopkundige ingrepen kunnen de wateren van de voormalige zeegaten
in de Zuidwestelijke Delta worden omgevormd tot een compleet estuarium
en een maximale nationale noodberging. Doorstroming zal de ontstane
milieuproblemen oplossen, de zoutgrens terugdringen en de biodiversiteit
verhogen.
Zeesluizen voor de Nieuwe Waterweg vergroten de waterveiligheid
voor de Randstad en maken een einde aan het grootschalige verlies
van zoet water. Een overvloed komt dan beschikbaar voor vrijwel alle
gerelateerde landelijke wateropgaven. Met het zoete water kan men
de tegendruk vergroten om de verziltinggrens zo dicht mogelijk tegen
de kustlijn te leggen. Verder worden uitbreiding van de zoetwatervoorraden,
opslag van zoet water in de bodem en exportbekkens aan de kust mogelijk.
Dit geeft, ook als de omstandigheden veranderen, blijvend ruime watergaranties
voor de waterafhankelijke sectoren van onze economie.
Het Deltaprogramma stelt echter de noodzakelijke afsluiting zo lang
mogelijk voor zich uit. Het binnenhalen van zout en zee-invloed valt
niet te rijmen met het tegengaan van verzilting. Ontpolderingen en
verziltingsprojecten stuiten op maatschappelijk verzet en zullen over
enkele jaren weer teruggedraaid moeten worden. Zeeuwse eilanden worden
nog verder omringd door zout en aan het zoetwaterinfuus gelegd, terwijl
men er juist droogte en verzilting dient te voorkomen.
In een tijd van mondiale zoetwaterschaarste laat het Deltaprogramma
de zoetwatervoorraden slinken, inlaatpunten worden verlegd en het
merendeel van het zoete water stroomt blijvend ongebruikt in zee via
de Nieuwe Waterweg.
De wateren van de voormalige zeegaten kunnen worden omgevormd
tot een compleet estuarium en een maximale nationale noodberging.
Doorstroming zal de ontstane milieuproblemen oplossen, de zoutgrens
terugdringen en de biodiversiteit verhogen.
Doorstroming blijft stagneren
Het is de complexe opgave om de landinwaartse invloed van de zee terug
te dringen en gelijktijdig de ecologische relaties tussen de zee en
de rivieren te herstellen. De relicten van de voormalige zeegaten,
die kampen met milieuproblemen, kunnen deels worden omgevormd tot
een volwaardig estuarium, waarbij doorstroming het milieu verbetert
en de zoutgrens verder zeewaarts komt te liggen. Een estuarium verbetert
de waterveiligheid en de zoetwatervoorziening en zet de poorten voor
de trekvis wagenwijd open en niet op een kier.
Echter, het Deltaprogramma haalt het ‘hoofdpijndossier’ De Kier maar
weer eens uit de kast en dat gaat echt niet werken.
De overheid mag ditmaal de ogen niet sluiten
Er is nog niets besloten, maar in het kader van de nieuwe Deltawet
behoren ‘de Deltawerken van de toekomst’ dit jaar te worden voorgelegd
aan het kabinet, dat dient te kiezen voor veiligheid en leefbaarheid
en niet voor de huidige koers van het Deltaprogramma.
De landelijke overheid mag ditmaal de ogen niet langer sluiten.
Wil Borm, juni 2014