Wil Lases stelt in onderstaand artikel dat met inzet
van de aanwezige kokersluis in de Brouwersdam voor het opgeworpen probleem
van zuurstofloosheid (ofwel de legitimatie voor de aanleg van de getijdencentrale)
een relatief eenvoudig en effectiever alternatief voorhanden is.
Art impression van een getijdencentrale in de Brouwersdam
Waterkwaliteit
Gelaagdheid is een fenomeen van diepe meren en geeft
vanaf een zekere diepte een zuurstofloze onderlaag. De Grevelingen is
het grootste zoutwatermeer van West-Europa. Hier komt zowel thermische-
als zoutgelaagdheid voor. Het grensvlak ligt in de Grevelingen op 16
meter diepte (stichting Anemoon 2013) met een overgang van afnemend
zuurstofgehalte vanaf 9 meter. Van sommige beleidsmakers mag deze natuurvorm
blijkbaar niet bestaan en daarom wordt de gelaagdheid plots als een
‘waterkwaliteitsprobleem’ aangemerkt. Waarom wordt een zuurstofloze
onderlaag wel in een zoet meer, maar niet in een zout meer geaccepteerd?
Bres voor getijdencentrale
In het westelijk deel van het Grevelingenmeer liggen
twee oude zeegeulen. De zuidelijke geul is het diepst, meer dan 35 meter.
Nu wil de overheid met een brede bres (tevens de locatie voor de getijdencentrale)
van slechts 4 meter diep in het noordelijk deel van de Brouwersdam gedempt
getij brengen op het Grevelingenmeer. Verwacht wordt, dat het getij
door de bres een zodanige menging teweeg zal brengen, dat de zuurstofloze
laag verdwijnt. Dit zal niet het geval zijn. Wel zal het grensvlak van
de zuurstofloze onderlaag mogelijk wat omlaag worden gebracht. Wettigen
de beperkte belangen zo’n fundamentele ingreep die honderden miljoenen
kost en waarbij een zoet Grevelingen in de toekomst onmogelijk wordt?
Afgeweken van het Deltaplan
Een ruime en duurzame zoetwaterbuffer is voor de Zuidwestelijke
Delta van groot belang. Met de Deltawerken werd destijds een kokersluis
in de Brouwersdam gerealiseerd om de Grevelingen zoet te maken en te
houden. Maar in het verlengde van een veranderd beleid inzake de Oosterschelde
is de beslissing genomen om het Grevelingenmeer voorlopig zout te laten.
De verbinding met de Noordzee via de kokersluis werd hiervoor ingezet
en deze houdt nu het bekken in hoge mate zout.
Foto:
Cor Huijgens
Forse besparingen door rationele keuze
Het is een illusie te denken, dat de zuurstofloze onderlaag
in zijn geheel of zeer substantieel kan worden opgelost. Er is wel een
andere mogelijkheid om een daling van het grensvlak van de zuurstofloze
onderlaag te bewerkstelligen en dat is het aanbrengen van een scherm
voor de kokersluis. Zo’n scherm is aan de onderkant open en zuigt als
een stofzuiger in de laagwaterfase het zuurstofloze water aan de bodem
naar de Noordzee en in de hoogwaterfase wordt zuurstofrijk water vanuit
de Noordzee naar de onderlaag gevoerd. Overigens kan de kokersluis met
scherm ook maar een beperkte positieve invloed hebben, maar alles waardoor
de opening wat lager komt geeft winst in vermindering in oppervlakte
van de zuurstofloze onderlaag. Die is op zich al beperkt door de geringe
oppervlakte van de diepere geulen.
Zandsuppleties
Een andere rationele keuze zou dan ook het toepassen
van strategische zandsuppleties vanaf 10 meter diepte naar dieper kunnen
zijn. Het komt de stabiliteit van de bodem duurzaam ten goede. Beide
keuzes kan men combineren en houden bovendien de toekomstmogelijkheid
van een zoet Grevelingenmeer open.
Inzet van de kokersluis is veel goedkoper en effectiever
dan de aangedragen ‘innovatieve’ oplossingen voor bestaande en gefingeerde
problemen van de Grevelingen.
Ir. Wil Lases - november 2015