Commissaris van de Koningin Karla Peijs gaf aan
te werken aan de identiteit van Zeeland en deze provincie meer op de kaart
te willen zetten. Op welke wijze werd niet duidelijk en dat zet ons vervolgens
zelf aan het denken.
De Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden zijn namelijk alles behalve een
achtergebleven gebied. Door de Deltawerken is de waterveiligheid aangepakt,
is de infrastructuur verbeterd en de bereikbaarheid over land heeft het
gebied verder ontsloten, met de Zeelandbrug en de Westerscheldetunnel
als kroonstukken. De Deltawerken brachten voor de landbouw ook zoet water
in het Volkerak-Zoommeer en het Haringvliet. Vlissingen werd een belangrijke
zeehaven en bij plaatsen als Terneuzen nam de industrialisatie aanzienlijk
toe.
Blauwgroene oase
Al deze verworvenheden willen echter niet zeggen dat de Zuidwestelijke
Delta steeds meer onderdeel uit moet gaan maken van de logistieke reuzen
Antwerpen en Rotterdam. Landbouw en toerisme zijn immers de pijlers van
Zeelands economie. Juist het karakter van een blauwgroene oase te midden
van een verstedelijkte kustzone dient behouden te blijven. Naast het vele
water, zijn het de afwisseling en kleinschaligheid die Zeeland voor het
toerisme zo aantrekkelijk maken.
Gelukkig is hier bij het Deltaplan al over nagedacht en heeft men er voor
gekozen om de drukbevaren Schelde-Rijnverbinding aan de Brabantse zijde
te situeren en zo het eilandenrijk te ontzien.
Waterveiligheid en de zee
Zelfs na 1953 wogen de economische belangen van Antwerpen en Rotterdam
toch nog zwaarder dan de veiligheid in de delta en bleven de Westerschelde
en de Nieuwe Waterweg open. Met de huidige zeewaartse accentverschuiving
van overslaghavens wordt het hoog tijd om de Deltawerken compleet te maken.
Nabij Antwerpen mondt de rivier de Schelde uit in het zeegat Westerschelde. De torenhoge getijdenslag wordt hier veroorzaakt door de extreem uitgediepte zeearm in combinatie met het vol- en leeglopen van ver landinwaarts gegraven getijdenhavens. Ook een ontpolderde Hedwige zal de zee nog verder binnenhalen. De Westerschelde, die tot 1996 nog zandimporterend was, verliest hierdoor zowel zand aan de zee als aan de Vlaamse Zeeschelde. Het verstoorde evenwicht laat bodemzand in zee verdwijnen en het zeegat vreet zich steeds verder landinwaarts. Er is dus sprake van een gevaarlijke gedragsverandering. Pas door afsluiting van de Westerschelde ten westen van de havens, wordt een halt toegeroepen aan de door menselijke ingrepen ontstane ondermijning van Antwerpen.
De zeespiegel blijft gestaag stijgen. Foto: C. Huijgens
Zeesluizen in de Nieuwe Waterweg zijn niet alleen noodzakelijk voor de veiligheid van de Randstad en het tegengaan van de verzilting van Holland. Ze garanderen voor de Zuidwestelijke Delta het behoud van de zoetwatervoorraden en voldoende zoetwateraanvoer vanuit de rivieren.
Natuurontwikkeling is prima, maar dit mag in Zeeland nooit ten koste van
herwonnen landbouwareaal. In een tijd van zeespiegelstijging ontstaat
waterveiligheid nu eenmaal niet door ontpolderen. Het verder binnenhalen
van de zee is vragen om problemen.
Waterveiligheid en de rivieren
Met de maatregelen van Ruimte voor de Rivier, het Uitvoeringsprogramma
Zuidwestelijke Delta en een afsluitbaar Rijnmondgebied zal de waterveiligheid
van de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden alleen maar afnemen. Bij extreem
hoge rivierafvoeren krijgt de Zuidwestelijke Delta hierdoor alles voor
haar kiezen. Hoe kan men dan verwachten dat deze delta een watersnoodramp
voor de rest van Laag-Nederland kan voorkomen als ze zelf alle risico
loopt? Een ruime waterberging van alle beschikbare deltawateren en voldoende
spuimogelijkheden zijn hiervoor minimaal vereist. Het gaat er niet meer
om Zeeland op de kaart te zetten, maar op de kaart te houden.
Rondvaart op Oosterschelde nabij de Zeelandbrug Foto: C. Huijgens
De eco-economie
Een gezamenlijke waterberging is te combineren met een gezond herstel
van de deltawateren. Hierbij is doorstroming met rivierwater, van zoet
naar brak naar zout, gewenst. Dit kan op een wijze waarbij vismigratie
weer mogelijk wordt, zoetwatervoorraden blijven behouden, een compleet
estuarium zich ontwikkelt, de bereikbaarheid over water wordt vergroot
en de omstandigheden voor visserij en schelpdierkweek verbeteren.
Het verbinden van de geïsoleerd geraakte deltawateren is bovendien een
lang gekoesterde wens van de waterrecreatie.
“Nederland kent veel economische activiteiten die direct of indirect gekoppeld zijn aan water. Dat geldt voor havens, scheepvaart, toerisme, maar ook voor maakindustrie als de voedingsmiddelensector en de chemie. Bijna 17 procent van de productiewaarde is verbonden aan water, wat vergeleken met andere landen uitzonderlijk hoog is.” Aldus een citaat uit de nota Versterking Nederlandse Watereconomie uit 2009, waarin VNO-NCW en VEMW de afhankelijkheid van het bedrijfsleven van zoet water en de waterkwaliteit beschrijven.
Een ecologisch gezonde delta is ook een economisch gezonde delta. Een duurzaam beleid is nodig om de veiligheid, welvaart en natuur in balans te houden.
Adviesgroep Borm & Huijgens – integraal waterbeheer
- september 2012