Hoe lang blijven we nog opschalen
voor waterveiligheid?
Als laagste land houdt Nederland droge voeten met een uitgebreid stelsel van duinen, dijken, watergangen, sluizen en gemalen. Vooralsnog wil men dit systeem tot 2050 met extra zandsuppleties en dijkversterking blijven beschermen. Technisch kan dit, maar is het wel zo verstandig als op den duur een overstap naar een andere strategie volgt?
Lees dit artikel via onderstaande links:
en
Illustratie: JpBlom - Jpictures Stichting Blauwe Lijn
Onderstaand kunt u vernemen dat de Tussenbalans precies is wat de naam inhoudt en vervolgens onze bedenkingen bij het voorgaande Deltaprogramma
Tussenbalans 2023
Tussenbalans van het Deltaprogramma
geeft nog weinig houvast
De op 9 november 2023 gepresenteerde Tussenbalans
van het Deltaprogramma voldoet precies aan wat de naam zegt.
Er worden nog geen definitieve keuzes gemaakt, er liggen nog talloze vragen
en de balans bevat veel doorverwijzingen naar het vervolg. Bij nader inzien
geeft de balans veel informatie, maar toch nog te weinig houvast om vaart
te maken.
De Tussenbalans gaat uit van het zo lang mogelijk voortzetten
van de huidige aanpak. Maar is dit wel zo verstandig als op den duur opschalen
onhaalbaar en onbetaalbaar wordt en er alsnog een overstap volgt naar
een andere strategie? Begin volgend jaar moet duidelijk worden wat de
vier grootse toekomstvisies kosten. Hoeveel investering in kostenverhogende
en later overbodige maatregelen is het waard om voorlopig nog geen keuze
voor een oplossingsrichting te maken?
Wat is maatschappelijk acceptabel, wat is fysiek haalbaar en is het niet
economisch beter om eerder over te gaan naar een lange termijn oplossing?
Met het maken van plannen moet immers steeds meer rekening gehouden worden met de verre toekomst. Dat betekent onder meer bij investeringen rekening houden met de zeespiegelstijging en dat vereist feitelijk nu al een keuze van oplossingsrichting.
Zo worden met een eerdere realisatie van zeesluizen voor de Nieuwe Waterweg vele problemen opgelost en kosten bespaard.
Geef sturing
Het scenario Meebewegen werkt totaal anders uit als het scenario Zeewaarts.
Meebewegen haalt de zee naar binnen terwijl Zeewaarts die buiten houdt.
Voor alle vormen van aangepast bouwen (robuust, korte levensduur, aanpasbaar,
demonteerbaar) geldt eveneens: eerst keuze oplossingsrichting maken. Kortom
we hebben sturing nodig om het Nederland van de toekomst vorm te geven.
Sectoren als woningbouw, industrie, energie, recreatie, natuur, landbouw,
visserij en zoetwatervoorziening hebben dringend behoefte aan ruimte en
toekomstperspectief, zodat ook West-Nederland de komende eeuwen een veilige
plek blijft om te investeren.
Neem nu de woningbouw: Er moeten 900.000 woningen
gebouwd worden. Waar kunnen die wel en waar niet gebouwd worden? Een risicoanalyse
kan uitwijzen dat bouwen in een lage polder soms veiliger is dan elders
op een hoge locatie. Het gaat er juist om hoe bouwend Nederland rekening
moet houden met water en bodem.
Landelijk samenhangende problemen kunnen niet zonder meer doorgeschoven worden naar lagere overheden. Wat er in het hoofdwatersysteem gaat gebeuren heeft immers gevolgen voor de regio’s. Er is behoefte aan te weten hoe we het gaan doen, waar wat wel kan en waar niet, wat te doen en wat te laten.
Beschermen
Als laagste land van Europa zijn we grotendeels afhankelijk van beschermende
maatregelen. Met tienduizenden kilometers aan dijken en watergangen en
talloze sluizen en gemalen houden we al eeuwenlang droge voeten. Bij handhaving
van de keuze voor bescherming van Nederland ligt het voor de hand de kust
verder te sluiten.
Voor blijvend behoud van onze infrastructuur en leefbaarheid zullen we op de langere termijn ook zeewaarts moeten beschermen. Om oplossingen voor later open te houden is het zaak om vooruitziend in te schatten wat de handelingsperspectieven voor de verre toekomst zijn en alvast ruimte te reserveren, zowel op land als op zee.
Urgent zijn rivieren en drinkwater
De gevolgen van klimaatverandering komen vrijwel dagelijks in de actualiteit.
Veranderde weersomstandigheden en grillig riviergedrag zorgen in Nederland
al voor problemen.
Zoetwatertekort wordt de eerste grote klimaatplaag en deze gaat gepaard
met verzilting van een strook van zo’n 10 à 20 km vanaf de kust. De problemen
doen zich vooral voor op plaatsen waar geen natuurlijke wateraanvoer is.
Binnen enkele jaren komt de drinkwatervoorziening in zwaar weer en kan
aan de vraag naar zoet water niet meer worden voldaan. Gelijktijdig moeten
we de rem zetten op grondwateronttrekkingen. De landsbrede zoetwaterstrategie
dient dan ook gericht te zijn op het langer vasthouden van voldoende zoet
oppervlaktewater en neerslag en leiden tot een flexibel inzetbaar zoetwaternetwerk.
Zeespiegelstijging
Wanneer de zeespiegelstijging doorzet stijgen de rivieren mee en dringt
de ivloed van de zee het land nog verder binnen tot in de haarvaten. Steeds
opnieuw aanpassen van infrastructuur wordt dan wel heel erg lastig.
Wanneer de rivieren veel water aanvoeren gaat het ooit een keer mis.
Grootschalig verlies van bewoonbaar gebied kunnen we ons niet veroorloven.
Gezamenlijke ambities
Bij de inrichting van de leefomgeving, een circulaire en natuurinclusieve
samenleving die bovendien ook nog klimaatbestendig moet worden, zullen
de diverse functies moeten samengaan. Water en bodem zijn daarbij samenhangend
en sturend.
Het is goed dat de Tussenbalans er nu is en dat met aanvullingen in het voorjaar uit de studies van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging het plaatje steeds helderder wordt. Om een echt goed beeld te krijgen, is nodig dat er voortvarend wordt gewerkt aan de voorbereiding van een gedragen beslissing op hoofdlijnen van een richting die we uitgaan. Dit om de juiste stappen te kunnen nemen op het moment dat het nodig is voor realisatie van onze gezamenlijke ambities.
Een centrale regie vanuit het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat lijkt noodzakelijk om greep te krijgen op de complexe materie. Er liggen veel urgente zaken op de plank die niet langer uitstel verdragen.
Wil Borm - november 2023